RSD Module reflectie - Module 4 - les 3

Module reflectie
Module 4 - Les 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Module reflectie
Module 4 - Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Module 4
Komende lesweken staan in het teken van Vitaal Burgerschap.
Onderwerpen die aan bod komen:
Les 1: Drugs
Les 2: Roken
Les 3: Alcohol
Les 4: Sporten
Les 5: Mentale gezondheid
Les 6: Liefde/seks/LHBTQIA+
Les 7: Beroepsdilemma's
Les 8: Uitwerken eindopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een Downer?
A
Nicotine
B
Wiet
C
Cocaïne
D
Paddo's

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een
Upper?
A
Alcohol
B
Truffels
C
Cafeïne
D
LSD

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een Tripper?
A
Paddo's
B
Opium
C
XTC
D
Slaapmiddelen

Slide 5 - Quizvraag

Risico's alcohol
  • Alcohol ontremt > kan leiden tot agressief gedrag
  • Alcohol vertraagt de reactiesnelheid 
  • Alcohol is slecht voor je lever
  • Alcohol is slecht voor je hersenen > 18- sneller schade
  •  Overmatig alcoholgebruik beschadigt slijmvlies van je maag
  • Overmatig alcoholgebruik kan hart- en vaatziekten tot gevolg hebben
  • Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot lichamelijke- en geestelijke afhankelijkheid > verslaving

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Waarom wordt de grootte van het glas aangepast aan de sterkte van de drank?

Slide 9 - Open vraag

Wie zijn sneller dronken, mannen of vrouwen en waarom?

Slide 10 - Open vraag

Na 10 minuten komt alcohol in je bloed en daarna in je hersenen. Noem 3 effecten van het nuttigen van alcohol op je brein.

Slide 11 - Open vraag

Hoe ontstaat een alcoholvergiftiging?

Slide 12 - Open vraag

Hoe lang doet je lichaam erover om een standaard glas alcohol af te breken?

Slide 13 - Open vraag

Waardoor krijg je een kater? Noem minimaal 1 oorzaak

Slide 14 - Open vraag

Tot welke leeftijd groeien je hersenen?

Slide 15 - Open vraag

Waar moet je op letten als je wel alcohol wilt drinken, maar dat toch ‘verantwoord’ wilt doen?
Noem minimaal 2 punten

Slide 16 - Open vraag

Wat is dan teveel?
Meisjes meer dan 2 glazen alcohol in 2 uur

 
Jongens 5 glazen alcohol in 2 uur

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Alcohol; soft- of harddrug?
Wat vind jij? Beargumenteer je antwoord
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

0

Slide 20 - Video

Gevolgen overmatig alcoholgebruik en werk

Problematisch of riskant alcoholgebruik heeft gevolgen voor de werkgever: onveilige situaties, reputatieschade, en extra kosten. 
Alcoholproblematiek is een belangrijke oorzaak van productiviteitsverlies: mensen die riskant drinken verzuimen vaker en doen hun werk minder snel of minder goed.

Slide 21 - Tekstslide

Combinatiegebruik
Het combineren van alcohol met andere drugs kan tot onvoorspelbare effecten leiden. Soms zal het de effecten van drugs versterken, soms zal het de effecten juist afvlakken, waardoor de gebruiker misschien nog meer drugs neemt.
  • Sommige drugs versterken de versuffende werking van alcohol. Dan word je dus nog suffer en dat kan gevaarlijk zijn. De combinatie GHB met alcohol is hier een voorbeeld van. De kans om bewusteloos te raken neemt sterk toe en de kans op overdosis vergroot.
  • Stimulerende drugs, zoals cocaïne en speed, verhogen juist het alcoholgebruik omdat men zich niet dronken voelt door de combinatie.
  • Verhoogde kans op psychosen, angst en agressie
  • De kans op uitdroging of een overdosis drugs of alcohol neemt toe.
  • De kater is vaak heftiger na combinatiegebruik.

Slide 22 - Tekstslide

Drugs, roken en alcohol
De afgelopen drie lessen hebben we het over deze onderwerpen gehad. Drugs, roken en/of alcohol kunnen allen leiden tot een verslaving. 

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer ben je verslaafd?
Bij een verslaving heb je geen controle meer over je gebruik. Er is sprake van een (beginnende) verslaving als je:

  • vaak meer gebruikt dan je van plan was;
  • niet kunt stoppen;
  • een groot deel van de dag bezig bent met gebruik of er heel veel aan denkt.

Als je al heel lang ernstig verslaafd bent, heb je vaak problemen op veel gebieden: schulden, geen werk, geen vrienden, geen contact meer met familie, slechte gezondheid, eenzaamheid, verwaarlozing, (dreigende) dakloosheid, enzovoorts. Het heeft dan weinig zin om alleen de verslaving zelf te behandelen.

Slide 24 - Tekstslide

Welke andere verslavingen zijn er nog meer naast drugs, roken en alcohol?

Slide 25 - Open vraag

Meest voorkomende verslavingen
  • Alcoholverslaving
  • Cocaïneverslaving
  • Drugsverslaving
  • Gameverslaving
  • GHB-verslaving
  • Gokverslaving
  • Internetverslaving of computerverslaving
  • Medicijnverslaving
  • Waterpijp roken
  • Wietverslaving

Slide 26 - Tekstslide

Hoe raak je verslaafd?
Mensen raken niet zomaar verslaafd. Of je verslaafd raakt, hangt af van:

  • jouw eigenschappen: wie je bent en wat je hebt meegemaakt;
  • jouw omgeving;
  • de eigenschappen van het middel en de manier hoe je het middel gebruikt.
Bijvoorbeeld: als jij heel veel problemen hebt in je leven en je daar moeilijk mee om kunt gaan, én jouw omgeving helpt jou niet maar gebruikt zelf ook drugs, én het middel dat jij gaat gebruiken is heel verslavend, dan is de kans groter dat je verslaafd raakt.

Slide 27 - Tekstslide

Wat kan een verslaving voor invloed hebben op het leven van de mens?

Slide 28 - Open vraag