1 KGT Th. 2.3 Cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Wat weten we nog van de vorige les?

Wortels

Wortelstelsel

Functies:

1. Water en voedingstoffen opnemen 
2. Stevig vast zetten
3. Reservestoffen opslaan

Stengels

Functies:

1. Vervoer van stoffen
2. Stevigheid geven

Hout - geen hout

Bladeren

Functie: 

Voedsel maken

Nerven - stevigheid

Bladmoes 

Bladsteel

Bladschijf

Vatenstelsel

Tot 13.15

2.3 en 2.4

1. Leerdoelen bespreken
   
2. Uitleg
3. Opdrachten maken
   

Tot einde les

Oefenen met de microscoop

Wat gaan we doen?

Leerdoelen 2.3 Cellen

1.  Je weet dat een organisme bestaat uit cellen

2. Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken

3. Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen en hun kenmerken

2.3 Cellen

Lezen 

Thema 2

basisstof 3

Cellen van planten

Cellen van dieren

Celkern

Leerdoelen 2.4 Celkern

Je kunt de kenmerken van chromosomen benoemen

Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven

De celkern

Iedere celkern bevat chromosomen = langgerekte dunne draden die bestaan uit DNA opgerold in eiwitten (Deoxyribonucleïnezuur)

Chromosomen

• Chromosomen bestaan voornamelijk uit DNA
• DNA is een soort wenteltrap, de traptreden zijn basen. (A, G, T OF C)
  
• Elke trap bestaat uit basenparen (A-T) (C-G)
  

Chromosomen

Functie DNA

• De code die in het DNA staat, is je blauwdruk
• Bijvoorbeeld oogkleur
• Dit noemen we erfelijke eigenschappen
• De code voor één erfelijke eigenschap = Gen
  

Gen

46 chromosomen van de mens

Chromosoom 1 t/m 22 bepalen:

Genen voor eigenschappen:

Haarkleur, oogkleur, lengte,

weerstand tegen ziekte etc.

Chromosoom 23 bepaald

Geslacht

XY: man

XX: Vrouw

Chromosomen andere soorten

Aan het werk

Lees de lesstof!

Maak 2.3 opdracht 1 t/m 6

Maak 2.4 opdracht 1 t/m 7

Samenwerken alleen met je buur!