H2 - 6.4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H2 - 6.4

Klimaat en inrichting

Leerdoelen:

• waarom het rivierengebied zich moet aanpassen aan het veranderde klimaat (klimaatadaptatie)
  
• welke maatregelen staan in het plan Ruimte voor de Rivier
  
• waarom je in de delta van Zeeland en Zuid-Holland tijdelijk water moet kunnen opslaan
  
• wat de gevolgen van droogte zijn
  
• wat een klimaatbestendige inrichting is

Rivieren - termen

• Debiet = de hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt (m3 p/s).
• Regiem = schommelingen in de waterafvoer.

Rivieren in NL

• NL = afvoerputje rivieren.
•  Veel regen > rivieren veel water > piekafvoer > overstromingen.

Inrichting rivieren

* tekening *

uiterwaarden, winterdijk, zomerdijk

Ruimte voor de Rivier

= project met maatregelen om veiligheid in rivierengebied te  verbeteren.

Nevengeul = extra riviergeul naast.

Waterberging = teveel water tijdelijk opslaan in een gebied.

Droogte --> Verzilting

Droge perioden > zout water dringt grond/water in = verzilting.

Zout water = niet te drinken + niet geschikt voor landbouw.

Oplossing = zuinig zijn op zoet water!

Situatie stad

• verstening leidt tot wateroverlast en hittestress. 
  Water kan niet weg door al het steen, asfalt etc.

Oplossing => vergroening van de stad! Zorgt voor verkoeling en water kan weg. Dus bomen planten, parken maken, etc.

= klimaatbestendige inrichting.

Maken

Opdracht 1, 2, 5, 6, 8, 9.