§6.4 Klimaat en inrichting

6.4 Klimaat en inrichting






Klas 2
timer
2:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.4 Klimaat en inrichting






Klas 2
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je nog van rivieren en overstromingen?

Slide 2 - Tekstslide

Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren

Slide 3 - Quizvraag


'Het stroomgebied van de Maas is groter dan het stroomgebied van de Rijn.'
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de onderdelen op de juiste plek
Delta
Meander
Benedenloop
Bovenloop
Middenloop

Slide 5 - Sleepvraag

Het verhang is het grootste in
A
de benedenloop
B
de middenloop
C
de bovenloop

Slide 6 - Quizvraag

Welk verband is er tussen
vertragingstijd en
verstedelijking?
A
Na verstedelijking was de vertragingstijd groter
B
Na verstedelijking was de vertragingstijd kleiner

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Wat is klimaatadaptatie?

Slide 9 - Open vraag

Lesdoelen §6.4
Aan het eind van de les kan je:
1. Uitleggen waarom het rivierengebied zich moet aanpassen aan het veranderde klimaat (klimaatadaptatie)
2. Welke 4 maatregelen staan in het plan Ruimte voor de Rivier
3. Uitleggen waarom je in de delta van Zeeland en Zuid-Holland tijdelijk water moet kunnen opslaan.
4. Uitleggen wat de gevolgen van droogte zijn


Slide 10 - Tekstslide

Waterafvoer
Oude inrichting rivierengebied al ingesteld op schommelingen:
 - zomer: weinig water (zomerdijken),  uiterwaarden zijn beschikbaar voor landbouw

- winter: veel water (winterdijken) + uiterwaarden lopen onder water

Slide 11 - Tekstslide

Klimaatadaptatie
Nieuwe inrichting kan ook omgaan met grotere schommelingen door klimaatverandering.

Project Ruimte voor de Rivier = alle maatregelen om het rivierengebied veiliger en landschappelijk mooier te maken. Deze 4 moet je kennen:

Nevengeul

Slide 12 - Tekstslide

Noordwesterstorm
Hoge zeespiegel door storm + grote waterafvoer rivieren = rivierwater kan niet in zee stromen.
waterberging = gebied om tijdelijk water op te slaan


Slide 13 - Tekstslide

Droogte
     Klimaatverandering is ook perioden van droogte en hitte.
Verzilting kan ontstaan door watertekorten = het zout worden van de bodem en/of het water.

voorraad zoet water essentieel (IJsselmeer)

Slide 14 - Tekstslide

Hitte
• Hittestress tijdens warme dagen in steden (hogere sterfte- en ziektecijfers, minder productiviteit, meer agressie) 

 effect van een stedelijk warmte-eiland wordt versterkt door verstening van de stad. 

Slide 15 - Tekstslide

Hitte
Antwoord is vergroening van de stad:
- schaduw
- verkoeling door verdamping
- regenwater kan wegzakken in de bodem
(klimaatbestendige inrichting)

Slide 16 - Tekstslide

Check

Slide 17 - Tekstslide

Welke maatregel zie je hier?
A
Uiterwaard afgraven
B
Nevengeul
C
Dijkverlegging
D
Dijkverbetering

Slide 18 - Quizvraag


Welk getal geeft de zomerdijk aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Het IJsselmeer is ....
A
Zoet
B
Zout

Slide 20 - Quizvraag