Nieren

   Nieren 
Periode 2 les 2
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

   Nieren 
Periode 2 les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Ik kan: ​
- aangeven uit welke delen de nieren en de​
  urinewegen bestaan.​
- aangeven wat de ligging is van de nieren en​
  urinewegen.​
- de delen van de nier benoemen.​
- beschrijven wat de bouw en werking zijn ​
  van een functionele niereenheid.​
- uitleggen hoe de urinelozing plaatsvindt.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De urinewegen
  • Nieren (ren of renes)
  • Urineleider (ureter) = urine van nier naar blaas
  • Blaas (vesica urinaria) = opslag van urine, uitscheiden van urine
  • Urinebuis (urethra) = uitscheiden van urine

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren
  • Ren (enkelvoud) - renes (meervoud) 
  • Let op: bovenop de nier ligt een klier = de bijnier (adrenes)
    Dit is geen onderdeel van de nier maar een apart orgaan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie van de nier
  • 10-12 cm lang, 6-7 cm breed, 150 gram en 3 cm dik.
  • Roodbruine boonvormige organen.
  • Ze liggen ter hoogte van de onderste ribben 
  • Waarom ligt de rechternier lager? 

Slide 6 - Tekstslide

roodbruin ivm de vele bloedvaten van de nieren. 

retro is achter
peritoneaal is buikvlies 
dus de nieren liggen achter het buikvlies

De rechternier ligt lager omdat hij onder de zware lever ligt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren worden 
beschermd 
door: 
1. De ribben
2. Vetkapsel; ligt om de nieren heen en wordt verstevigd door een ophangband die zorgt dat de nier niet kan verzakken. 

Slide 8 - Tekstslide

'Wandelnier'
Een 'wandelnier' betekent dat die steunbanden en/of het vetkapsel verslapt of geslonken zijn, waardoor de nier van ligging verandert. Dankzij de enorme reservecapaciteit kan een gedeelte van één nier de functie van beide nieren probleemloos overnemen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine warming-up
Nefronen
Nierader
Nierslagader
Nierbekken
Urineleider
Niermerg

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nefronen
  • Liggen in Cortex renalis en Medulla renalis
  • Functionele eenheid van de nier die in staat is om urine te produceren. 
  • Elke nier heeft 1 miljoen nefronen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het nefron 1
1. Een dun eindtakje van de arterie renalis bereikt het nefron.
2. Deze splitst zich op in een capillairnet
= Glomerulus dat wordt omgeven door het 
kapsel van Bowman. 
De glomerulus filtert het bloed.
3. Het kapsel van Bowman vangt het door het 
glomerulus afgescheiden voorurine op. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorurine
Grote hoeveelheid vocht (ongeveer 170 liter per dag) met allerlei bestanddelen die door de glomeruli worden uitgescheiden. 
Voorurine bevat dezelfde bestanddelen als bloedplasma maar geen bloedeiwit, dat blijft in het capillairvat achter. 

Slide 17 - Tekstslide

Plasma is een gele vloeistof waarin rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes rondzwemmen. Het bestaat voor 91,5% uit water en voor 8,5% uit eiwitten, zouten, vetten en suikers.
Werking van het nefron 2
4. Deze voorurine wordt via het kapsel van Bowman opgevangen in het afvoerende nierkanaaltje (Tubulus contortus ), Lis van Henle, Tubulus contortus.
5. Deze tubulus mondt uit in een urineverzamelbuis = urine

Slide 18 - Tekstslide

Nr 5/10 (grijze deel) Tubulus contortus

Van voorurine naar urine
Er zijn dus 3 processen die ervoor zorgen dat in de nieren de uiteindelijke urine gevormd wordt:
1. Filtratie
2. Terugresorptie
3. Excretie

Slide 19 - Tekstslide

Bij vocht te kort heb je donkere urine
Bij veel drinken is je urine licht van kleur
Bekijk je ochtendurine, hoe ruikt urine soms?
Waardoor komt dat?

Van voorurine naar urine
Nieren filteren per dag 170 liter vocht
99% komt weer terug in de bloedsomloop

Het bloed uit het capillairnet dat het glomerulus gevormd heeft is wat ingedikt. 
Uit de glomerulus stroomt het naar een volgend capillair systeem, dat om de tubulus contortus ligt. 
Door dit capillair systeem wordt via de uitscheiding van stoffen (Excretie), heropname van andere stoffen (terugresorptie) en vocht uit de tubulus contortus urine gevormd. (ong. 1,5 liter per dag) 

In de volgende Dia's meer uitleg!

Slide 20 - Tekstslide

Bij vocht te kort heb je donkere urine
Bij veel drinken is je urine licht van kleur
Bekijk je ochtendurine, hoe ruikt urine soms?
Waardoor komt dat?

Filtratie
Filtratie treedt op door de hoge (bloed)druk in de glomerulus, die het vocht en afvalstoffen (= filtraat) uit het bloed door het kapsel van Bowman perst. Dit kapsel kan water en kleine opgeloste stoffen doorlaten, maar geen bloedcellen of grote moleculen. Alles wat uit het bloed is gehaald, wordt opgeslagen in het nierbekken.

Slide 21 - Tekstslide

Filtratie is het passief doorlaten van stoffen door een filter. 


Terugresorptie

In de voorurine zitten veel nuttige stoffen:

  • Glucose
  • Aminozuren
  • Water met daarin opgeloste zouten

Deze stoffen worden + een groot deel van de gefiltreerde urine vanuit het nefron (lis van Henle en tubulus contortus)  teruggebracht naar het bloed. Dit heet terugresorptie.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Excretie
De tubulus contortus scheidt in de urine afvalstoffen uit die vrijkomen bij metabolisme en stoffen die lichaamsvreemd zijn. 

Filtratie door het kapsel van Bowman: niet selectief proces
Excretie en terugresorptie gaat selectief: dit betekent dat het een actief proces is van de cellen in het nefron.
Met als doel: Water- en mineralenhuishouding + Ph in het bloed regelen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nefronen- schors en merg

Slide 24 - Tekstslide

In de nefronen wordt urine geproduceert = kleine functionele eenheid van de nier
Elke nier bevat een miljoen
Urineblaas (vesica urinaria)
  • De u(urineleider) mondt uit aan de achter-onderzijde van de
    blaas; 
  • Van binnen bekleedt met slijmvlies met daaromheen
    een wand van glad spierweefsel.
  • Blaas gevuld> prikkel zenuwstelsel-mictiedrang
  • De  (urinebuis) ontspringt aan de onderzijde.  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste functie van de nieren?
A
Zuiveren van bloed, regelen hoeveelheid water en zout, reguleren bloeddruk en maken hormonen,
B
Filteren het bloed
C
Maken hormonen aan
D
Zorgen voor juiste balans tussen water en bloed

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben vrouwen vaker een blaasontsteking dan mannen?
A
Vrouwen moeten vaker naar het toilet
B
Mannen hebben een korte urinebuis
C
Mannen zijn niet zo hygiënisch
D
Vrouwen hebben korte urinebuis

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent blaasontsteking in het Latijn?
A
Renine
B
Cystitis
C
Diuretica
D
Cortex

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Herhalingsfilmpje vorige les + vooruitblik op de theorie

Slide 30 - Video

Wat als de nieren niet meer goed werken? nierdialyse 
Feitjes 
1.7 miljoen Nederlanders hebben chronische nierschade. Mensen met chronische nierschade lopen een verhoogd risico op nierfalen en hart- en vaatziekten. Zo kan het dat iemand van 55 met een ernstig verlaagde nierfunctie 12 jaar eerder sterft dan gemiddeld. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra materiaal
juf Daniëlle 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Dit filmpje kun je evt. gebruiken ter herhaling op de stof van vandaag. 


Opdracht
Pak een blaadje
Doe je laptop dicht en je mobiel weg
Schrijf nu in je eigen woorden op wat je weet over de nier

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies