Landschap Buitenland 2hv

Afbraak en opbouw
van het landschap 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Afbraak en opbouw
van het landschap 

Slide 1 - Tekstslide

Welke 2 processen zijn verantwoordelijk voor gebergte vorming?

Slide 2 - Open vraag

Platentektoniek
Drie manieren hoe platen bewegen
Divergent
Convergent
Transform


Slide 3 - Tekstslide

Geef aan bij welke plaatbeweging je een plooiingsgebergte verwacht.
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag

Vorstverwering

Slide 5 - Tekstslide

Mechanische verwering
steen lost langzaam op door de zuren
Chemische verwering
Stenen zetten uit door warm en koud
Water in scheuren bevriest en zet uit

Slide 6 - Sleepvraag

wortels van boom maken steen kapot
Bergdal gevormd door gletsjer
Beeld aangetast door zure regen

Slide 7 - Sleepvraag

timer
0:30
Hoog Nederland

Slide 8 - Woordweb

200000 jaar geleden was het in Nederland
timer
0:20
A
Extreem warm
B
Koud (toendra klimaat)
C
Extreem koud, we hadden een ijstijd, Nederland was volledig bedekt
D
Net zoals nu, een gematigd klimaat

Slide 9 - Quizvraag

Waar kwam het ijs uit de ijstijd vandaan?
timer
0:20
A
Alpen
B
Polen
C
Scandinavië
D
Noordzee

Slide 10 - Quizvraag

Verwering, Erosie, Sedimentatie
Verwering is het uiteen vallen van gesteente door werking van temperatuur, water en boomwortels.
Maar wat is erosie precies?

Slide 11 - Tekstslide

Erosie in de rivier 
Voor erosie in de rivier is de stroomsnelheid zeer belangrijk. 

Hoe steiler de rivier afloopt, des te sneller de rivier stroomt dus, meer erosie!

Slide 12 - Tekstslide

Erosie door rivieren laten welke kenmerken achter?
A
Zand en grind
B
klei en delta's
C
delta of estuaria
D
V dal

Slide 13 - Quizvraag

V-dal
U-dal

Slide 14 - Tekstslide

Een gletsjer laat een U dal achter, hoe heet de aarde wal die voor de gletsjer ligt?
timer
0:15
A
morenen
B
stuwwal
C
heuvel
D
u bocht

Slide 15 - Quizvraag

Weichsel ijstijd
Is dit de laatste of voor laatste ijstijd en hoe weten we dit?

Slide 16 - Tekstslide

Laag Nederland
Hoog Nederland

Slide 17 - Tekstslide

hoog Nederland

Slide 18 - Woordweb

Ik ben behoorlijk voorbereid op de toets
0100

Slide 19 - Poll

Mechanische verwering

Gesteente valt uiteen zonder dat de samenstelling van het gesteente verandert. 

Dit kan door:
Vorstverwering
Biologische verwering
Insolatie

Slide 20 - Tekstslide

Mechanische verwering

De plantenwortels groeien tussen de steen. Plantenwortels groeien en zetten uit. Daardoor drukken ze de steen uit elkaar.

Slide 21 - Tekstslide

Vorstverwering

Slide 22 - Tekstslide

Chemische verwering
Chemische verwering

Slide 23 - Tekstslide

Welke verwering?
A
Chemische verwering
B
Biologische verwering
C
Mechanische verwering
D
Erosie

Slide 24 - Quizvraag

Welke vorm verwering zie je?
A
Vorst verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering
D
Verwering door temperatuurverschillen

Slide 25 - Quizvraag

Puinhelling
Verweringsmateriaaal valt door de zwaartekracht naar beneden. 

Een Puinhelling is 
Enorm veel los verweringsmateriaal langs een bergwand, dat vaak onstabiel is. 

Slide 26 - Tekstslide

Erosie
Het transport van dit "puin" kan het landschap verder afbreken. 
Het uitschuren van het landschap door dit "puin" noemen we erosie. Hoe langer verwering en erosie ergens op inwerken, hoe lager dit gebied zal worden. 

Maar
Er wordt ook weer wat opgebouwd door sedimentatie doordat het "puin" weer ergens wordt neergelegd. 

Slide 27 - Tekstslide

Erosie
Dit kan op 3 verschillende manieren plaatsvinden: 

  • Door de wind
  • Door water (rivier of zee)
  • Door het ijs

Slide 28 - Tekstslide

Morene
Wanneer gletsjers door de zwaartekracht zakken nemen ze allerlei verweringsmateriaal mee: de morene. 

Dit verweringsmateriaal wordt uiteindelijk aan het einde van de gletsjer afgezet in een boog: de eindmorene

Slide 29 - Tekstslide

Rivieren, afbraak & opbouw
Overtollig water dat niet in de bodem zakt wordt door rivieren weer mee terug genomen naar de zee. 

Het gebied dat boven- en ondergronds afwatert op een rivier is het stroomgebied van de rivier. 

Slide 30 - Tekstslide

Erosie in de rivier 
Voor erosie in de rivier is de stroomsnelheid zeer belangrijk. 

Hoe steiler de rivier afloopt, des te sneller de rivier stroomt dus, meer erosie!

Slide 31 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 32 - Tekstslide


A
U-dal
B
V-dal
C
Geen idee

Slide 33 - Quizvraag


A
U-dal
B
V-dal
C
Geen idee

Slide 34 - Quizvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie

Slide 35 - Sleepvraag

bovenloop
De bovenloop is dat de rivier heel hardt naar benedenstroomt en dat het water nu op het hoogste punt is
middenloop
Middenloop is dat de rivier op het middelpunt is en dat het nog naar een lager punt gaat stromen
benedenloop
Benedenloop is dat de rivier ongeveer opzien laatste punt is en dat het overgaat op een zee of op een andere rivier

Slide 36 - Tekstslide

Rivieren, afbraak & opbouw
3 zones van een rivier:
Bovenloop --> voornamelijk erosie

Middenloop --> voornamelijk transport

Benedenloop --> voornamelijk sedimentatie 

Slide 37 - Tekstslide

Nederland is het afvoerputje van Europa.
Waarom?

Slide 38 - Open vraag

Deltakust
Hier kan het resterende slib afgezet worden door de rivier. 

Bij een deltakust verdeelt het water in de riviermonding zich over meerdere rivierarmen en vindt er sedimentatie plaats. 

Slide 39 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
A
Sedimentatie-erosie-verwering
B
Erosie-verwering-sedimentatie
C
Verwering-erosie-sedimentatie
D
Erosie-sedimentatie-verwering

Slide 40 - Quizvraag

De zee
De 3de natuurlijke transporteur die sedimenteert en erodeert: 

De zee. 

Daar waar de zee diep blijft zijn de golven sterk en dus zien we daar erosie terug (klifkusten).

Slide 41 - Tekstslide

De zee geeft en de zee neemt
De zee sedimenteert vooral bij aanslibbingskusten (Bordeaux). 

Hier kan de wind vaak het zand weer meenemen om vervolgens duinen te laten ontstaan. 

Slide 42 - Tekstslide

Afbraak en opbouw door de wind
De snelheid van de wind is erg belangrijk voor de kracht die de wind heeft. 
Veel windkracht = veel erosie. 

Winderosie zien we veel terug in aride gebieden.
Hier kan de wind de gesteenten zandstralen

Slide 43 - Tekstslide