H5.2 erfelijkheid genotype les 2a

Thema 5: Erfelijkheid
par  5,2  chromosomen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 5: Erfelijkheid
par  5,2  chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
  • terugblik vorige les
  • huiswerk vorige les
  • Uitleg 5.2
  • huiswerk volgende les

Slide 2 - Tekstslide

terugblik vorige les
Vragen over:
  • regels, gemaakte afspraken ?
  • lesstof par 5.1 blz 102 t/m 104 ?
  • huiswerk: opdrachten 1 t/m 4 ?
        nakijken

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Chromosomen
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 5 - Tekstslide

Chromosomen andere soorten

Slide 6 - Tekstslide

gewone celdeling (mitose)

Slide 7 - Tekstslide

reductiedeling (meiose)       gewone celdeling (mitose)

Slide 8 - Tekstslide

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 9 - Quizvraag

Bevruchting

23 chromosomen moeder


23 chromosomen vader


46 chromosomen in de bevruchte eicel

(23 chromosomen paren)


Slide 10 - Tekstslide

Een mens heeft in een geslachtscel (eicel of zaadcel).
A
46 chromosomen
B
23 chromosomen

Slide 11 - Quizvraag

Bij katten bevatten de zaadcellen 19 chromosomen.
Hoeveel chromosomen
bevatten de eicellen van katten?
A
19 chromosomen
B
9,5 chromosomen
C
38 chromosomen
D
190 chromosomen

Slide 12 - Quizvraag

Als de lichaamscellen van een olifant 66 chromosomen bevatten.
A
bevat zijn huidcel 33 chromosomen
B
bevat zijn eicel 33 chromosomen
C
bevat zijn zaadcel 66 chromosomen
D
bevat zijn embryo 33 chromosomen

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat een eicel van de mens?
A
46
B
45
C
23
D
24

Slide 14 - Quizvraag

In welke cellen liggen chromosomen in paren?
A
geslachtscellen
B
lichaamscellen

Slide 15 - Quizvraag

Een kameel heeft in de eicel 36 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft zij in een beencel?
A
36
B
46
C
21
D
72

Slide 16 - Quizvraag

Chromosomen Man/vrouw
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 17 - Tekstslide

bevruchting
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 18 - Tekstslide

Een jongen heeft XY chromosomen
A
juist
B
niet juist

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat de eicel na de bevruchting?
A
44
B
48
C
23
D
46

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk volgende les
  • leren par 5.2 (blz 110 t/m 112)
  • maken (blz 113...)  opdr 1, 3, 5, 8, 9

Slide 21 - Tekstslide