Voortplantingsstelsel man en vrouw oefenvragen

Voortplantingsstelsel man en vrouw
en reductiedeling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voortplantingsstelsel man en vrouw
en reductiedeling

Slide 1 - Tekstslide

Maak de volgende vragen zelfstandig om te kijken wat je al weet

Slide 2 - Tekstslide

De baarmoeder en de eierstokken maken deel uit van het voortplantingsstelsel van een vrouw. In welke organen kan reductiedeling optreden?
A
In de eierstokken
B
In de baarmoeder en eierstokken.
C
Bij geen van beiden

Slide 3 - Quizvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
Iin de grote schaamlippen
C
In de vagina.

Slide 4 - Quizvraag


In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan aantal organen aangegeven met een cijfer.

Door welke organen van het mannelijk voortplantingsstelsel wordt zaadvocht gevormd?

A
door orgaan 1 en 4
B
door orgaan 1 en 8
C
door orgaan 3 en 4
D
door orgaan 6 en 8

Slide 5 - Quizvraag


In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan aantal organen aangegeven met een cijfer.

Hoe heet orgaan 8?

A
Zwellichamen
B
Bijbal
C
Prostaat
D
Zaadblaasje

Slide 6 - Quizvraag

In welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel kan bevruchting plaatsvinden?
A
In de vagina
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
D
In de eierstokken

Slide 7 - Quizvraag

Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
Grote schaamlippen
B
Vagina
C
Kleine schaamlippen
D
Clitoris

Slide 8 - Quizvraag

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.

Wat is de functie van deel P?
A
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot een orgasme.
B
Dit deel vangt spermacellen op.
C
Dit deel zorgt voor de menstuatie.
D
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.

Slide 9 - Quizvraag

In de afbeelding worden onder andere enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man weergegeven.

Productie van zaadcellen is letter:
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 10 - Quizvraag

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw zitten de onrijpe eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 11 - Quizvraag

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.

Wat is de functie van deel Q?
A
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats
B
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot orgasme
C
In dit deel vindt bevruchting plaats
D
Dit deel produceert slijm waardoor de toegang van de vagina glad wordt

Slide 12 - Quizvraag

Bij reductiedeling worden....
A
Geslachtscellen gemaakt
B
Gewone lichaamscellen gemaakt

Slide 13 - Quizvraag

Bij reductiedeling:
A
Worden de chromosoomparen gekopieerd en verdeeld er ontstaan 2 dochtercellen
B
Worden de chromosoomparen gesplitst, er ontstaan 2 geslachtscellen
C
Wordt de helft van de paren in de een cel en de ander helft in een andere cel gestopt
D
Worden de chromosoomparen gesplitst en er ontstaan 4 geslachtscellen

Slide 14 - Quizvraag

Bij reductiedeling ontstaan cellen met
A
chromosomenparen en enkelvoudige genen
B
chromosomenparen en genenparen
C
enkelvoudige chromosomen en enkelvoudige genen
D
enkelvoudige chromosomen en genenparen

Slide 15 - Quizvraag

Bij de reductiedeling wordt het aantal chromosomen in de dochtercel ..
A
Verdubbeld
B
Wordt gehalveerd
C
Blijft gelijk

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het doel van reductiedeling?
A
Lichaam cellen kopiëren
B
Het vormen van nieuwe geslacht cellen.
C
Het vormen van nieuwe levercellen.
D
Het vormen van nieuwe spiercellen.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor reductiedeling
A
Meiose
B
Mitose
C
Deling

Slide 18 - Quizvraag