Groepsactiviteiten

Terugkoppeling
van de opdracht
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Terugkoppeling
van de opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsactiviteiten
Welzijn

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
- De leerling kan de verschillende groepskenmerken benoemen.
- De leerling kan verschillende soorten groepen benoemen
- De Leerling kan verschillende activiteiten benoemen bij de verschillende doelgroepen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep
Een groep ontstaan wanneer mensen iets gemeenschappelijk met elkaar hebben.







Wat zou een maatschappelijk team op de werkvloer gemeenschappelijk hebben?



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een groep:
  1. Er is een groepsdoel.
  2. Er is sprake van groepsinteractie.
  3. Er is een bepaalde machtsstructuur.
  4. Er zijn groepsnormen.
  5. Er zijn groepsrollen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
In de maatschappelijke zorg worden groepen gevormd rondom ondersteuningsdoelen. De mate waarin een cliënt ondersteuning nodig heeft, bepaalt vaak in welke groep hij komt.

Groepsdoelen bestaan naast individuele doelen. Deze doelen kunnen met elkaar botsen. In studiegroepen is dit regelmatig het geval. Daar kan een individueel doel als ‘een gezellige tijd met elkaar hebben’ botsen met het groepsdoel dat gericht is op het behalen van een diploma.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm
Opdracht: observeer je medestudenten en bepaal bij welke "groep" jij hoort. 

Tijd: twee minuten!
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

De studenten krijgen de opdracht om in twee minuten elkaar zo snel mogelijk op te zoeken en een groep te vormen waar ze denken bij te horen. Dit kan op basis zijn  van cultuur, vooropleiding, haarkleur, gender etc. 
Groepsdoel
  • Mensen streven naar een bepaalde situatie, iets waar diegene belang aan hecht. 
  • Zij zoeken een ander op dit doel te bereiken. 
  • In de zorg zijn vaak groepen ingericht op ondersteuningsdoelen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen, interactie en normen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsinteractie
Mensen in een groep communiceren voortdurend met elkaar. Verbaal, maar vooral ook non-verbaal. 

Communicatie is interactie, dat wil zeggen: groepsleden beïnvloeden elkaar voortdurend.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsnormen
  • Onder groepsnormen verstaan we het gedrag van personen  in de groep, zoals de groep deze zelf heeft vastgesteld. 

  • Deze normen zijn gebaseerd op wederzijdse verwachtingen.





Slide 11 - Tekstslide

Groepsnormen kunnen ook vastgesteld worden doordat een groep onenigheid heeft gehad, denk bijvoorbeeld aan het nakomen van afspraken of het niet over elkaar roddelen.

Soms zijn normen zo vanzelfsprekend dat ze niet worden ervaren als een groepsregel.
Welke groepsnormen zijn er in deze klas?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten groepen:
- Primaire en
secundaire groepen

- Formele en informele groepen

-Homogene en heterogene groepen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire groep
Primaire groepen: Groepen die heel belangrijk zijn voor mensen, misschien wel de belangrijkste in iemands leven.

 “primair” betekent “eerste”





Voorbeeld: Zorgvragers onderling


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van primaire groepen

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire groep
Een secundaire groep is een groep waarbij een koele wat meer afstandelijk met elkaar wordt omgegaan. 

B.v. ziekenhuisafdeling

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire groep
Secundaire groep 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele groepen
Formele groepen zijn opgericht met een vastgesteld doel. Daar hoort een aantal regels bij die vaak beschreven zijn in een reglement of een arbeidsovereenkomst.




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van formele groepen

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld formele groep:
 Zorgvragers in een cliëntenraad. Dit is een groep zorgvragers die meepraat over beslissingen van een zorgorganisatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele groepen
Informele groepen zijn groepen die zich spontaan gevormd hebben. Er hoeft bij een informele groep geen  duidelijk doel te zijn.


Slide 21 - Tekstslide

voorbeeld: vriendengroepen 
Homogene groep
Het woord homo betekent ‘gelijk’. In een homogene groep hebben de deelnemers een gemeenschappelijk kenmerk. Een groep met alleen maar mannen is een homogene groep omdat alle leden man zijn.

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Voorbeelden homogene groepen

    - Ouderenzorg: de groep bestaat uit allemaal ouderen.

    - Afdeling longklachten: de groep bestaat uit zorgvragers met longklachten.

    - Groep vegetariërs op een afdeling: De cliënten eten allemaal vegetarisch.

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wanneer spreek je van een homogene groep?
    A
    Verschillende leeftijden
    B
    Zelfde beperking
    C
    Mannen en vrouwen op dezelfde afdeling
    D
    zelfde sekse

    Slide 24 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Heterogene groep
    Het woord  betekent ‘verschillend’. De deelnemers zijn verschillend. Een groep met mannen en vrouwen is een voorbeeld van een heterogene groep. 


    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Voorbeelden Hetrogene groepen

    Slide 26 - Woordweb

    * De klas waar je in zit
    * Een korfbalteam; bij korfbal zijn de teams gemengd
    * Een groep van de naschoolse opvang; de kinderen hebben verschillende leeftijden.

    Iedere groep bestaat uit 5 dezelfde kenmerken, om welk kenmerk gaat onderstaande omschrijving:

    Je communiceert voortdurend met elkaar, zowel verbaal als non-verbaal. Groepsleden beïnvloeden elkaar voortdurend.
    A
    Groepsnormen
    B
    Groepsdoelen
    C
    Groepsinteractie
    D
    Machtstructuur

    Slide 27 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is een heterogene groep?

    Slide 28 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    We weten nu wat meer van groepen af, nu gaan we kijken wat een voor activiteiten passen bij de verschillende groepen.

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Betekenisvolle
    activiteiten
    voor ouderen

    Slide 30 - Woordweb

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 31 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat versta jij onder activerende begeleiding?

    Slide 32 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Bij welke activiteiten worden de bewoners op jouw stage ondersteund?

    Slide 33 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 34 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    De Verzorgende en groepsactiviteiten
    • Je leert aan en ontwikkelt groepsregels, groepsnormen, groepswaarden en groepsinteracties (educatie).
    • Je begeleidt de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) door structuur aan te brengen in de huishouding en door in de groep de huishoudelijke taken en zorgtaken te verdelen.
    • Je leert de groep te ontspannen door deze te begeleiden bij het vinden en uitvoeren van geschikte groepsactiviteiten.
    • Je geeft trainingen en therapieën, zoals groepstraining bij ROT en groepsvalidation.

    Slide 35 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 36 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Opdracht
    Opdracht les groepsactiviteiten
    - Beschrijf voor welke groep je een activiteit wilt uitvoeren
    - Wat is het groepsdoel
    - Wat zijn de groepskenmerken
    - Wat zijn de groepsnormen

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 38 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Primaire groep
    Secundaire groep
    Formele groep
    Informele groep
    Homegene groep
    Hetrogene groep
    Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
    Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
    Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
    Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
    Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
    De individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

    Slide 39 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Lesdoelen 
    - De leerling kan de verschillende groepskenmerken benoemen.
    - De leerling kan verschillende soorten groepen benoemen
    - De Leerling kan verschillende activiteiten benoemen bij de verschillende doelgroepen

    Slide 40 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 41 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies