Groepskenmerken

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inhoud les 
- Lesdoelen
- Refresh your memory
-Groepskenmerken
-Groepsdoelen 
- Soorten groepen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
- De leerling kan uitleggen wat communicatie is.
- De leerling kan de verschillende vormen van communicatie benoemen.
- De leerling ka de verschillende groepskenmerken benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is communicatie?
A
Het gebruiken van taal
B
Het interpreteren van een boodschap
C
Het overbrengen van informatie van de een naar de ander
D
Het begrijpen van een boodschap

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je sociale netwerk?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groep
Een groep ontstaan wanneer mensen iets gemeenschappelijk met elkaar hebben.







Wat zou een maatschappelijk team op de werkvloer gemeenschappelijk hebben?



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een groep:
  1. Er is een groepsdoel.
  2. Er is sprake van groepsinteractie.
  3. Er is een bepaalde machtsstructuur.
  4. Er zijn groepsnormen.
  5. Er zijn groepsrollen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
In de maatschappelijke zorg worden groepen gevormd rondom ondersteuningsdoelen. De mate waarin een cliënt ondersteuning nodig heeft, bepaalt vaak in welke groep hij komt.

Groepsdoelen bestaan naast individuele doelen. Deze doelen kunnen met elkaar botsen. In studiegroepen is dit regelmatig het geval. Daar kan een individueel doel als ‘een gezellige tijd met elkaar hebben’ botsen met het groepsdoel dat gericht is op het behalen van een diploma.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm
Opdracht: observeer je medestudenten en bepaal bij welke "groep" jij hoort. 

Tijd: twee minuten!
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

De studenten krijgen de opdracht om in twee minuten elkaar zo snel mogelijk op te zoeken en een groep te vormen waar ze denken bij te horen. Dit kan op basis zijn  van cultuur, vooropleiding, haarkleur, gender etc. 
Doelen, interactie en normen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsdoel
  • Mensen streven naar een bepaalde situatie, iets waar diegene belang aan hecht. 
  • Zij zoeken een ander op dit doel te bereiken. 
  • In de zorg zijn vaak groepen ingericht op ondersteuningsdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsinteractie
Mensen in een groep communiceren voortdurend met elkaar. Verbaal, maar vooral ook non-verbaal. 

Communicatie is interactie, dat wil zeggen: groepsleden beïnvloeden elkaar voortdurend.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsnormen
  • Onder groepsnormen verstaan we het gedrag van personen  in de groep, zoals de groep deze zelf heeft vastgesteld. 

  • Deze normen zijn gebaseerd op wederzijdse verwachtingen.





Slide 14 - Tekstslide

Groepsnormen kunnen ook vastgesteld worden doordat een groep onenigheid heeft gehad, denk bijvoorbeeld aan het nakomen van afspraken of het niet over elkaar roddelen.

Soms zijn normen zo vanzelfsprekend dat ze niet worden ervaren als een groepsregel.
Soorten groepen:
- Primaire en
secundaire groepen

- Formele en informele groepen

-Homogene en heterogene groepen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire groep
Primaire groepen: Groepen die heel belangrijk zijn voor mensen, misschien wel de belangrijkste in iemands leven.

 “primair” betekent “eerste”





Voorbeeld: Zorgvragers onderling


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van primaire groepen

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire groep
Een secundaire groep is een groep waarbij een koele wat meer afstandelijk met elkaar wordt omgegaan. 

B.v. ziekenhuisafdeling

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire groep
Secundaire groep 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele groepen
Formele groepen zijn opgericht met een vastgesteld doel. Daar hoort een aantal regels bij die vaak beschreven zijn in een reglement of een arbeidsovereenkomst.




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van formele groepen

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld formele groep:
 Zorgvragers in een cliëntenraad. Dit is een groep zorgvragers die meepraat over beslissingen van een zorgorganisatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele groepen
Informele groepen zijn groepen die zich spontaan gevormd hebben. Er hoeft bij een informele groep geen  duidelijk doel te zijn.


Slide 23 - Tekstslide

voorbeeld: vriendengroepen 
Homogene groep
Het woord homo betekent ‘gelijk’. In een homogene groep hebben de deelnemers een gemeenschappelijk kenmerk. Een groep met alleen maar mannen is een homogene groep omdat alle leden man zijn.

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Voorbeelden homogene groepen

    - Ouderenzorg: de groep bestaat uit allemaal ouderen.

    - Afdeling longklachten: de groep bestaat uit zorgvragers met longklachten.

    - Groep vegetariërs op een afdeling: De cliënten eten allemaal vegetarisch.

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wanneer spreek je van een homogene groep?
    A
    Verschillende leeftijden
    B
    Zelfde beperking
    C
    Mannen en vrouwen op dezelfde afdeling
    D
    zelfde sekse

    Slide 26 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Heterogene groep
    Het woord  betekent ‘verschillend’. De deelnemers zijn verschillend. Een groep met mannen en vrouwen is een voorbeeld van een heterogene groep. 


    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Voorbeelden Hetrogene groepen

    Slide 28 - Woordweb

    * De klas waar je in zit
    * Een korfbalteam; bij korfbal zijn de teams gemengd
    * Een groep van de naschoolse opvang; de kinderen hebben verschillende leeftijden.

    Iedere groep bestaat uit 5 dezelfde kenmerken, om welk kenmerk gaat onderstaande omschrijving:

    Je communiceert voortdurend met elkaar, zowel verbaal als non-verbaal. Groepsleden beïnvloeden elkaar voortdurend.
    A
    Groepsnormen
    B
    Groepsdoelen
    C
    Groepsinteractie
    D
    Machtstructuur

    Slide 29 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is een heterogene groep?

    Slide 30 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    literatuurlijst 
    ThiemeMeulenhoff – Communicatie en begeleiden – Module 2 Communiceren met het sociale netwerk van de zorgvrager:

    1. Naasten begeleiden
    2. Mantelzorgers en het sociale netwerk begeleiden

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies