In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
¡Hola!
¿Qué vamos a hacer?
noticias
persoonlijke vnw
verbos llamarse, ser y tener
Países y nacionalidades
practicar
Semana 45
Slide 1 - Tekstslide
1 y 2 de noviembre
Men gelooft dat de zielen van kinderen op 1 november terugkeren naar de aarde en die van volwassenen op 2 november. Gedurende het hele jaar bereidt men zich voor op het festival, men verzamelt goederen die men aan de doden zal offeren.
Slide 2 - Tekstslide
flor de cempasúchil
calavera
papel picado
Slide 3 - Tekstslide
Los deberes
L: alle woorden woordenlijst
werkwoorden ser, tener en llamarse
M: LE 1.24 TM 1.28
LA blz. 31 OPDR 3
Slide 4 - Tekstslide
Corregir
los deberes
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel: persoonlijke voornaamwoorden
yo
tú
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
ik
jij
hij, zij, u
wij
jullie
zij, u
De persoonlijke voornaamwoorden
ZORG ERVOOR DAT JE DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN IN HET SPAANS KENT!!!!!
Slide 6 - Tekstslide
Persoonlijke vnw.
Soms staat het persoonlijk vnw. er niet
zoals je gewend bent maar staat er...
Leerdoel: persoonlijke voornaamwoorden
Een naam = él, ella
Een naam + yo = nosotros
Een naam + tú = vosotros
Een naam + een naam = ellos
Módulo pág. 39
Slide 7 - Tekstslide
A practicar
In de volgende dia's kun je oefenen.
Slide 8 - Tekstslide
Sleep de Spaanse vertaling naar het bijpassende Nederlandse persoonlijke vnw.
ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij (mv)
u (mv)
tú
vosotros
él
ustedes
yo
ellos
nosotros
ella
usted
Slide 9 - Sleepvraag
Koppel de juiste personen aan de juiste persoonlijke voornaamwoorden.
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
Yo
tú
María y Pepe
Los alumnos
el alumno
Yo y Maite
El estuche
tú y Merche
Belén
María y yo
Mis padres
Isabel y tú
Juan
señor González
Slide 10 - Sleepvraag
Pronombres personales
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoel: het werkwoord SER
tener en llamarse
Er zijn onregelmatige werkwoorden. Hier kan je dus niet de stappen op toepassen. Je moet ze uit je hoofd leren.
Een voorbeeld is SER ( zijn), tener (hebben)
Slide 12 - Tekstslide
Ser, tener & llamarse
llamarse
Heten. Dit werkwoord is wederkerend. Daarom komt er voor het werkwoord: me,te,se,nos, os of se.
ser
Zijn.
Ser de= komen uit Bv. Soy de España.
tener
Hebben.
Je gebruikt het ook om je leeftijd aan te geven. Bijv. Tengo doce años.
Leerdoel: het werkwoord SER
tener en llamarse
LA p. 23
Slide 13 - Tekstslide
LLAMARSE = HETEN
timer
1:00
TE LLAMAS
ME LLAMO
SE LLAMA
ÉL , ELLA, USTED
YO
TÚ
Slide 14 - Sleepvraag
LLAMARSE = HETEN
NOS LLAMAMOS
OS LLAMÁIS
SE LLAMAN
LOS CHICOS
VOSOTROS
NOSOTROS
Slide 15 - Sleepvraag
LLAMARSE = HETEN
ME LLAMO
TE LLAMAS
SE LLAMA
NOS LLAMAMOS
OS LLAMÁIS
SE LLAMAN
EL CHICO
TÚ
YO
NOSOTROS
DE JONGEN HEET
JIJ HEET
IK HEET
WIJ HETEN
JULLIE HETEN
ZIJ HETEN
Slide 16 - Sleepvraag
Ser: Zijn
Ser: Zijn
yo
tú
él, ella, usted
nosotros
vosotros
ellos, ustedes
soy
eres
es
somos
sois
son
Slide 17 - Sleepvraag
Zet de juiste vervoeging van SER in de zinnen.
Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.
Charissa y yo______(Ser) amigas.
Tú________ (Ser-tú) una persona única.
Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Apeldoorn.
Emmy y tú _____(Ser) holandesas.
son
somos
eres
soy
sois
Slide 18 - Sleepvraag
Tener:hebben
Tener: hebben
Sleep de persoonsvorm bij het juiste werkwoordsvorm van TENER/hebben.
Yo
él, ella, usted
tú
nosotros
vosotros
ellos, ustedes
Tengo
tienes
tiene
tenemos
Tenéis
tienen
Slide 19 - Sleepvraag
_______(tener-yo) clases de español con Lisa.
Sam___________ (tener) clases de español hoy.
Emely y Luke _______________(tener) tres horas de clase.
Vosotros ___________ (tener) clases tres veces a la semana.
No, nosotros _____ (tener) clases español los lunes.
Tú...................................(tener) mis libros, en tu bolso.
tengo
tiene
tienen
tenéis
tenemos
tienes
Slide 20 - Sleepvraag
Las fechas
El ___(dag vd week)___, el ___(dag vd maand)___ de ___(maand)___
El lunes, el veintinueve de octubre.
El sábado el cuatro de mayo
Slide 21 - Tekstslide
Schrijf in het Spaans: Zondag, 14 februari
Slide 22 - Open vraag
Schrijf in het Spaans: Woendag, 20 juli
Slide 23 - Open vraag
¡Hola!
Me llamo Rebecca. Mi apellido es Hazel. Tengo
42 años. Mi cumpleaños es el 20 de diciembre. Mi marido es de Curaçao. Mi hija se llama Betel, ella tiene diecisiete años. Su número de teléfono es el 06-12345678. Tengo dos hijos. Tienen trece y once años. Somos de Holanda. Vivimos en Helmond.
Schrijf de vervoegingen van de werkwoorden ser, tener en llamarse uit de tekst op.