1.4 Onderzoek doen (1KGT2 11-10-2022) (1KGT1 14-10-2022)

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. Uitleg
  3. Aan het werk!
  4. Samenvatten 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. Uitleg
  3. Aan het werk!
  4. Samenvatten 

Slide 1 - Tekstslide

Bij welk organenstelsel hoort het hart?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Spierstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 2 - Quizvraag

Bij welk organenstelsel hoort de maag?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Spierstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Cytoplasma
Celkern
Celmembraan

Slide 4 - Sleepvraag


A
Schematische tekening
B
Natuurgetrouwe tekening

Slide 5 - Quizvraag


A
Dwarsdoorsnede
B
Lengedoorsnede

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen we het opzoeken van de naam van een organisme?
A
Zoeken
B
Bevatten
C
Determineren
D
Bekritiseren

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent "onderzoek doen"?
A
Alleen vragen stellen
B
Vragen stellen en antwoorden vinden door te testen B)
C
Antwoorden krijgen zonder iets te doen
D
n.v.t.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is Onderzoek?




Onderzoek doen betekent vragen stellen en antwoorden vinden door te testen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat willen biologen onderzoeken?
A
De werking van machines
B
Hoe dieren en planten leven
C
Hoe computers werken
D
Hoe auto's sneller gaan

Slide 11 - Quizvraag

Hoe Bedenk je een Onderzoeksvraag?


  1. Begin met iets dat je nieuwsgierig maakt.
  2. Stel een vraag die je kunt onderzoeken en meten.

Voorbeeld: Waarom groeien planten beter in de zon dan in de schaduw?

Slide 12 - Tekstslide

Hoe Pak je een Onderzoek Aan? (Stappenplan)
  1. Kies je onderzoeksvraag. (Bijv. Groeien planten beter in zonlicht?)
  2. Bedenk wat je nodig hebt. (Bijv. twee planten, zonlicht, schaduw, water)
  3. Maak een plan. (Bijv. Zet één plant in de zon, één in de schaduw, geef ze elke dag water)
  4. Voer het experiment uit. (Observeer en noteer elke dag)

Slide 13 - Tekstslide


Wat is stap 1 bij het uitvoeren van een onderzoek?


A
Koop nieuwe spullen
B
Geef planten elke dag water
C
Bekijk een film over planten
D
Kies een onderzoeksvraag

Slide 14 - Quizvraag

Wat Heb je Nodig voor Onderzoek?
  1. Een vraag om te beantwoorden.
  2. Materialen om je test uit te voeren.
  3. Tijd om te observeren en gegevens te verzamelen.
  4. Een plek om je resultaten op te schrijven (bijv. een notitieboek).

Slide 15 - Tekstslide

Wat Is je Hypothese?
Hypothese: Dit is je verwachting van wat er zal gebeuren.

Voorbeeld: "Ik denk dat de plant in de zon sneller zal groeien dan de plant in de schaduw."

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een hypothese?


A
Een conclusie
B
Een willekeurige gedachte
C
Een verwachting van wat er zal gebeuren
D
Een feit

Slide 17 - Quizvraag

Resultaten Van je Onderzoek
Na het uitvoeren van je experiment, kijk je naar je resultaten.

Schrijf op wat er is gebeurd met elke plant. Is er verschil tussen de plant in de zon en die in de schaduw?

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe je als je resultaten verzamelt?
A
Stoppen met je onderzoek
B
Stoppen met water geven
C
De planten weggooien
D
Kijken wat er met de planten gebeurt en dit opschrijven

Slide 19 - Quizvraag

Wat Is je Conclusie?
Conclusie: Wat heb je geleerd van je onderzoek?

Voorbeeld: "De plant in de zon groeide sneller en werd groener, dus zonlicht helpt planten beter te groeien."

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een conclusie?


A
Het resultaat van een experiment
B
Een nieuwe vraag
C
Iets wat je niet kunt uitleggen
D
Een stap in je plan

Slide 21 - Quizvraag

Onderzoek doen
Stap 1: Onderzoeksvraag

Waar leven de meeste
halsbandparkieten?

Slide 22 - Tekstslide

Onderzoek doen
Stap 2: Werkwijze

Slide 23 - Tekstslide

Onderzoek doen
Stap 3: Benodigheden

Slide 24 - Tekstslide

Maak een werkwijze voor de onderzoeksvraag: Welk kattenvoer vindt mijn kat het lekkerst?

Slide 25 - Tekstslide

Maak een lijst van benodigdheden voor de onderzoeksvraag: Welk kattenvoer vindt mijn kat het lekkerst?

Slide 26 - Tekstslide

Maak opdracht 1 t/m 9 van 1.4
Klaar? Kies uit:
- Slim stampen in het online boek

Slide 27 - Tekstslide

Samenvatten
Vat de uitleg in een paar zinnen samen, in je schrift.

Snap je alles? 
Wat vind je nog lastig? 
Wat moet je nog extra oefenen?

Slide 28 - Tekstslide