09. Spreekschema / ww-spelling + TD-toets - 417CH - 7 december 2018

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 
  1. neologisme 
  2. veelgemaakte fouten bij het presenteren
  3. spreekschema maken (taaldossier: voldaan/niet voldaan)
  4. reflectie

  5. werkwoordspellingoefening (quiz)
  6. TD-toets werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Wat is je leerdoel deze les?
Schrijf dit op de achterkant van het bord met je naam erbij.

Slide 3 - Tekstslide

Neologisme?

toetsenbordterrorist


Slide 4 - Tekstslide

context
'Zeker op internet denken ze dat alles maar kan en mag, en natuurlijk anoniem. Stelletje helden: toetsenbordterroristen zijn het!'. 

Slide 5 - Tekstslide

toetsenbordterrorist
Iemand die vanachter een computer bedreigingen en beledigingen uit en in die zin onlineterreur uitoefent.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Evaluatie
  • Negatieve informatie?
    Gewoon niet doen!
  • Saai eind, hoe dan wel? 
  • Ik kom nu toe aan het laatste onderdeel van mijn presentatie: mijn conclusie ... 
  • Tot besluit wil ik graag mijn standpunt nogmaals aangeven ... 
  • En nu kom ik bij mijn afronding ... 
  • Formuleer de laatste zin positief zodat deze blijft hangen!

Slide 8 - Tekstslide

Spreekschema maken: taaldossier
  1. Vul het spreekschema voor jouw presentatie in.
     
  2. Gebruik internet: betrouwbare bronnen. Wat zijn dat?

  3. Indien je het schema afhebt, laat je deze door een medestudent controleren. Geef tips aan elkaar en verbeter waar dat nodig is. 

  4. Hiermee klaar? Dan af laten tekenen door de docent: aan dit taaldossieronderdeel heb je voldaan! 

Slide 9 - Tekstslide

Zelfreflectie
Is je leerdoel bereikt die je aan het begin van de les hebt gesteld? 

Slide 10 - Tekstslide

Volgende uur:
  1. Quiz LessonUp: werkwoordspelling
  2. TD-toets: werkwoordspelling, daarna: gaan.

Slide 11 - Tekstslide

werkwoordspelling
  • tegenwoordige tijd (ik-vorm/ik-vorm+t/hele ww)
  • verleden tijd (+te/+ten OF +de/+den)
  • voltooid deelwoord (+d / +t)
  • bijvoeglijk naamwoord? 

LOG IN MET JE EIGEN NAAM! 

Slide 12 - Tekstslide

Kom jij wel als Senna jouw ticket (betalen)?
A
betaald
B
betaalt
C
Betaalt
D
Betaald

Slide 13 - Quizvraag

Volgens de regels (timen) de scheidsrechter de duur van de wedstrijd.
A
timt
B
timet
C
timed
D
timd

Slide 14 - Quizvraag

Mijn oma (bingoën) elke zaterdag.
A
bingot
B
bingod
C
bingoot
D
bingoet

Slide 15 - Quizvraag

(Houden) dit in dat je er volgende week niet bent?
A
Houd
B
Hield
C
Houdt
D
houdt

Slide 16 - Quizvraag

Vorige keer (mixen) we die drank met limoen, suiker en ijs.
A
mixden
B
mixde
C
mixte
D
mixten

Slide 17 - Quizvraag

Mo (verwachten) niet dat zij de baan zou krijgen.
A
verwachten
B
verwachte
C
verwachtte
D
verwachtten

Slide 18 - Quizvraag

Oh nee, Evelyn heeft een vrijstelling (bemachtigen).
A
bemachtigd
B
bemachtigt
C
gebemachtigd
D
gebemachtigt

Slide 19 - Quizvraag

Vorige week (verhuizen) Bridget naar een andere stad.
A
verhuizde
B
verhuizte
C
verhuisde
D
verhuiste

Slide 20 - Quizvraag

Vooruitblik volgende week:
  1. IEDEREEN AANWEZIG
    Taaldossiertoets: Eigen wijs, blz. 57 t/m 95 (lemma 11-18)
  2. ALLEEN WIE PRESENTATIE GEEFT 
    Presentaties van: Evelyn, Tjeerd, Bridget, Eileen, Jord en Wesley. 

  3. Huiswerk: lezen Eigen wijs, voorbereiden presentatie

Slide 21 - Tekstslide