Klassieke en Operante conditionering

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Ga naar --> www.lessonup.app 

Log in met de code links onderin beeld

Ethologie en leerprincipes

Les 5 Klassieke en operante conditionering

Doel van de les

Je weet wat klassiek conditioneren is.

Je kunt 2 voorbeelden noemen waarin je klassiek conditioneren  tegenkomt of toepast bij paarden.

Je weet wat operant conditioneren is.

Je weet wat positieve en negatieve bekrachtiging is.

Je weet wat positieve correctie is.

Je kunt minimaal 4 voorbeelden noemen waarin je operant conditioneren kunt toepassen bij het werken met paarden.

Conditioneren

Leren door associatie = leren door gedrag te koppelen aan een situatie

2 vormen:

Klassiek conditioneren

Operant conditioneren

Klassiek conconditioneren

Klassiek conditioneren

Een betekenisloze prikkel aan een bepaald gedrag, wat uiteindelijk het gedrag uit zichzelf oproept

Een voorbeeld:

Je bent op concours en je rijdt langs het juryhokje. Op het moment dat je naast het hokje bent schuift de jury met de stoel. Een naar hard geluid volgt en je paard schrikt hiervan. De volgende 2 keer dat je langs het hokje rijdt komt er weer een hard geluid uit het hokje. Het paard associeert het hokje nu met het harde geluid waar hij van schrikt.

Operant conditioneren

https://www.youtube.com/watch?v=LEJqowyuyi0

    Leren door fouten maken

https://www.youtube.com/watch?v=LhI5h5JZi-U

    Leren door het maken van successen

Belonen van bepaald gedrag met als reden dat het paard het gedrag vaker gaat tonen.

Twee vormen van operant conditioneren

Leren door bekrachtiging

 Uitkomst: gedrag vaker vertonen

    Voorbeeld: schrapen bij het voeren

Leren door correctie

    Uitkomst: gedrag afnemen

    Voorbeeld: schrapen bij het voeren

https://www.youtube.com/watch?v=ANtrUswd7_E

R = Reinforcement = bekrachtiging

P = Punishment = straf/correctie

Positieve bekrachtiging is

1. Dan haal je iets leuks weg
2. Dan voeg je iets leuks toe
3. Dan haal je iets wat niet leuk is weg

Een voorbeeld van een positieve correctie is

1. Druk van de teugels afhalen
2. Een zweep gebruiken
3. Een snoepje geven

Een voorbeeld van negatieve correctie is

1. Iets leuks weghalen
2. Iets niet leuks toevoegen
3. Iets niet leuks weghalen

Hoe lang werkt het korte termijngeheugen van een paard?

Hoe heet het wat je hier op dit plaatje ziet?

Onbewust kennen we dus menselijke eigenschappen toe aan paarden: ik heb het koud dus misschien heeft mijn paard het ook wel koud. Dat is een voorbeeld van antropomorfisme.

Wat willen jullie leren?