De imparfait

Bonjour 
tout le monde
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour 
tout le monde

Slide 1 - Tekstslide

V2B - le 22 juin 2022
Je suis un peu triste, 
parce que c'est notre dernier cours de français...
mais: 
j'étais heureuse et contente 
avec vous dans ma classe!
nous avions beaucoup de plaisir ensemble :-)

Slide 2 - Tekstslide

Les objectifs d'Unité 6
  • Je kunt iets vertellen in de verleden tijd (imparfait),
  • Je kunt vertellen over jezelf (karakter) en je gevoelens,
  • Je kunt een tekst begrijpen over gevoelens/emoties.

Aujourd'hui: on fait ce LessonUp pour pratiquer l'imparfait et répéter les émotions en français!

Slide 3 - Tekstslide


Imparfait


Onvoltooid verleden tijd 
ik gaf, jij ging, hij deed, wij woonden




Slide 4 - Tekstslide

Hoe vorm je de imparfait:
              Imparfait (ovt):

             1   Neem de nous-vorm (gewoon van de présent)
             2   Vervang -ons door de uitgangen van de imparfait:
             3   ais, -ais, ait, -ions, -iez, -aient

             Uitzondering: Bij het werkwoord être is de stam: ét





Slide 5 - Tekstslide

donner > nous donnons > stam is donn
donner
geven
je
donnais
-  ik 
gaf
tu
donnais
-  jij
gaf
il/elle/on
donnait
-  hij/zij/men
gaf
nous
donnions
-  wij
gaven
vous
donniez
-  jullie/U
gaven/gaf
ils/elles
donnaient
-  zij 
gaven

Slide 6 - Tekstslide

être: de stam is een UITZONDERING: ét
être
zijn
j'
étais
-  ik 
was
tu
étais
-  jij
was
il/elle/on
était
-  hij/zij/men
was
nous
étions
-  wij
waren
vous
étiez
-  jullie/U
waren/was
ils/elles
étaient
-  zij 
gaven

Slide 7 - Tekstslide

Let op:
De verleden tijd van il y aIl y avait

il y a = er is / er zijn
il y avait = er was /er waren

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


Noteer het volgende werkwoord in de imparfait:
Tu ................. (parler)

Slide 10 - Open vraag


Zet in de imparfait
Ils ........ (faire)
A
ils faisait
B
ils faisais
C
ils faisaient
D
ils fairaient

Slide 11 - Quizvraag


Zet in de imparfait
nous ........(grandir)
A
nous grandions
B
nous grandiraient
C
nous grandiez
D
nous grandissions

Slide 12 - Quizvraag


Zet in de imparfait
Il ......... (travailler)
A
il travaillais
B
il travaillait
C
il travaillerais
D
il travaillerait

Slide 13 - Quizvraag


Zet in de imparfait
On......... (avoir)
A
on avais
B
on avions
C
on avait
D
on avaient

Slide 14 - Quizvraag


Zet in de imparfait
je/j' ........ (être)
A
je sommais
B
j'était
C
j'étais
D
je serais

Slide 15 - Quizvraag


Noteer het werkwoord tussen haakjes in de imparfait: nous ..................(danser)

Slide 16 - Open vraag

Noteer de volgende zin in de imparfait:
(Schrijf de hele zin over, met punt).
J'ai une belle maison.

Slide 17 - Open vraag


Noteer de volgende zin in de imparfait:
Nous sommes des enfants heureux.

Slide 18 - Open vraag


Nu naar verbuga met de volgende opdracht:
1e kolom
2e kolom
3e kolom
imparfait
aller   (gaan)
arriver (aankomen)
avoir (hebben)
aimer (houden van)
être   (zijn)
parler (praten)
faire  (maken, doen)
venir (komen)

Slide 19 - Tekstslide


Oefen op verbuga met de imparfait
Libre Service online


Slide 20 - Tekstslide

Lisez encore une fois ex. 17A
Décris ton caractère (dans une phrase)

Slide 21 - Open vraag

Décris tes points faibles

Slide 22 - Open vraag

Décris tes points forts

Slide 23 - Open vraag

Regardez bien 
les images / les émotions

Slide 24 - Tekstslide

émotions

Slide 25 - Woordweb

Décris des émotions que tu avais hier
et pourquoi (= les devoirs pour aujourd'hui)

Slide 26 - Open vraag

Exercice: 16 D  = 8 zinnen in de imparfait
(eerst in je boek, dan online bij 6.5 Grammaire II)
Wissel steeds het onderwerp: ik, jij, hij, wij, jullie, zij.
  • kies steeds een werkwoord (blauwe vak) - zet het in imparfait (denk aan juiste uitgang bij onderwerp) +
  • een lijdend voorwerp (groene vak) +
  •  een tijdsbepaling (paars) óf een plaatsbepaling (rode vak) om een goede zin te maken
Voorbeeld: préparer - le  repas - dans la cuisine
--> Nous préparions le repas dans la cuisine
Maak deze opdracht eerst in je boek en daarna in de online methode!

Slide 27 - Tekstslide

Pour bien se préparer à  l'epreuve:
TOETSSTOF in magister - hangt aan de les van vandaag:
  • Leren: Apprendre 1, 2, 6 + 7 N-F en F-N + Apprendre 4 + 8 F-N
  • Leren: de imparfait = Apprendre 5 + ex 16 ABD + ex. 18
  • Leren + maken in de online methode: exercice 17 A, 17 B + 22A, 22B +  24A
  • Lees alle teksten uit Unité 6 nog een paar keer goed door:
    p. 94, p. 110, p. 111, p. 113

Slide 28 - Tekstslide

Bon courage pour les épreuves!

Slide 29 - Tekstslide