Les prépositions H2

Les prépositions
Jouer à 
Faire de
Jouer de

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les prépositions
Jouer à 
Faire de
Jouer de

Slide 1 - Tekstslide

Waarom?
In het Frans gebruik je 'jouer à' of  'faire de' om aan te geven dat je aan een sport doet.

Ik hockey = je joue au hockey
Ik fiets = je fais du vélo

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je welke?

Jouer à + balsport
Faire de + overige sporten
Jouer de + muziekinstrument

Slide 3 - Tekstslide

Soms veranderen à of de door het lidwoord (le/la/les) dat volgt

à + le = au
à + la = à la
à + l' = à l'
à + les = aux

Je joue au hockey. = à + le = au

Slide 4 - Tekstslide

Soms veranderen à of de door het lidwoord (le/la/les) dat volgt

de + le = du
de + la = de la
de + l' = de l'
de + les = des

Je fais de la natation = de + la = de la

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan
1. Jouer à / faire de / jouer de ?

2. Welk lidwoord heeft de sport/het muziekinstrument?

3. Moeten er letters samengevoegd worden?

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we "jouer à"
A
Balsporten
B
Overige sporten
C
Muziekinstrument

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer gebruiken we "faire de"?
A
Balsporten
B
Overige sporten
C
Muziekinstrumenten

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer gebruiken we "jouer de"?
A
Balsporten
B
Overige sporten
C
Muziekinstrumenten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de samentrekking van 'de + le'?
A
de le
B
de l'
C
du
D
des

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de samentrekking van 'à + le'?
A
à le
B
au
C
à l'
D
aux

Slide 11 - Quizvraag

Je joue ... hockey (m)

Slide 12 - Open vraag

Je joue ... tennis (m)

Slide 13 - Open vraag

Je fais ... cheval (m)

Slide 14 - Open vraag

Je fais ... voile (f)

Slide 15 - Open vraag

Je fais ... natation (f)

Slide 16 - Open vraag

Les exercices 
Ex. 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 21, 22, 23
vanaf p. 141

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Exc. 21, 22, 23
Uitleg volgt morgen!

Slide 27 - Tekstslide