In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Thema 3 Bloedsomloop
Slide 1 - Tekstslide
Pak je boek en een laptop
Slide 2 - Tekstslide
Welke bloedvaten voeren bloed met afvalstoffen naar de nieren?
Slide 3 - Open vraag
Herhaling
Slide 4 - Tekstslide
Noem enkele afvalstoffen die door de nieren uitgescheiden worden.
Slide 5 - Open vraag
Waar wordt de urine in de nieren tijdelijk opgeslagen?
A
Niermerg
B
Nierbekken
C
Urineleiders
D
Urineblaas
Slide 6 - Quizvraag
Waar wordt de urine voor langere tijd opgeslagen?
A
Niermerg
B
Nierbekken
C
Urineleider
D
Urineblaas
Slide 7 - Quizvraag
Via welke delen bereiken bacteriën van buitenaf de nieren achtereenvolgens?
A
Urineleider – urineblaas – urinebuis – nieren
B
Urinebuis – urineblaas – urineleider – nieren
C
Urinebuis – urineleider – urineblaas– nieren
D
Urineleider – urinebuis – urineleblaas – nieren
Slide 8 - Quizvraag
Anorexia patiënten kunnen wandelende nieren krijgen.
A
Juist
B
Onjuist
C
Slide 9 - Quizvraag
Waarom kunnen anorexia patiënten een wandelende nier krijgen?
Slide 10 - Open vraag
Basisstof 5 Het immuunsysteem
Lees B5 in je boek:
Markeer de belangrijkste woorden of schrijf de kernwoorden op
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
Slide 12 - Tekstslide
Bekijk de video`s op de volgende slides en maak een samenvatting
Slide 13 - Tekstslide
schooltv.nl
Slide 14 - Link
Slide 15 - Video
Antigenen
Infectie: binnendringen van ziekteverwekkers (bacteriën, virussen, schimmels)
Lichaamsvreemde stoffen: antigenen
Immuunsysteem gaat aan de slag
Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk door insluiten
Slide 16 - Tekstslide
Antistoffen
Antistoffen: stoffen die gemaakt worden door witte bloedcellen
Antistoffen zitten opgelost in het bloed
Antistoffen reageren op de antigenen
Antistoffen werken specifiek: ze werken maar op één antigeen
Ziekteverwekkers worden in-actief gemaakt
Slide 17 - Tekstslide
Immuniteit
Immuun:
Na een infectie blijft de antistof in bloed aanwezig
Je wordt niet ziek van de ziekteverwekker
Hoe kun je immuniteit opbouwen?
Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Slide 18 - Tekstslide
Natuurlijke immuniteit
Op een natuurlijke manier
Wanneer iemand ziek is geweest
Lichaam maakt zelf antistoffen aan
Levenslange immuniteit
- Bij eerste infectie: een beetje antistoffen - Ziekteverwekkers zitten nu in geheugen van witte bloedcellen - Bij tweede infectie: sneller antistoffen + meer antistoffen
Slide 19 - Tekstslide
Kunstmatige immuniteit
Op een kunstmatige manier
Door inenting / vaccinatie
Spuit met dode of verzwakte ziekteverwekkers (dit heet een vaccin)
Witte bloedcellen gaan nu antistoffen maken
Wanneer later de echte ziekteverwekkers binnendringen, heeft iemand al voldoende antistoffen
Voorbeeld:
Griepspuit (voor mensen met zwak immuunsysteem zoals ouderen en jonge kinderen)
Coronavaccinatie
Slide 20 - Tekstslide
Vaccinatieschema Rijksvaccinatieprogramma
Slide 21 - Tekstslide
Allergische reactie
allergische reactie op vaccinatie
overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
allergische reactie: rode plek, huiduitslag, branderig gevoel, jeuk of ontsteking
allergische reactie kunnen verergeren: slijmvliezen opzwellen, dikke lippen, vlekken op de huid, benauwd--> bloedvaten verwijden, daling bloeddruk: EPIPEN (adrenaline)