Grammatica zinsdelen

Planning
  • Uitleg persoonsvorm en zinsdelen
  • Opdrachten maken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Uitleg persoonsvorm en zinsdelen
  • Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Persoonsvorm en zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is een werkwoord en geeft het getal en de tijd aan.

Hoe kan je deze vinden?
  • ?
  • ?
  • ?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
  1. Vraagzin
  2. Andere tijd
  3. Getal (meervoud/enkelvoud)

1. Josefien wil zaterdag graag winkelen.
2. Haar klasgenoten wilden liever uitslapen.
3. Ik ga liever naar de film.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsdelen
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.
  • Zinsdelen hebben een betekenis (een functie) binnen een zin.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.


De dokter heeft aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 6 - Tekstslide

Wijs iemand aan
Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.


De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van de werkwoorden



De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde.



De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen
Stap 3: welke woorden kunnen voor de persoonsvorm staan? Verander de volgorde van de zin.

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven

Slide 10 - Tekstslide

Na deze slide zijn twee routes mogelijk:

1. naar het online schoolbord (link in volgende dia), en hier meeschrijven met de antwoorden van de leerlingen.

2. De leerlingen laten vertellen en met de dia's 14-16 nog eens kort uitleggen en illustreren hoe het werkt.
Zoek de zinsdelen

De dokter | heeft| aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven
Aan de patiënt | heeft | de dokter een pijnlijke prik | gegeven
Een pijnlijke prik | heeft | de dokter aan de patiënt | gegeven

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de zinsdelen
  • Stap 1: zoek de persoonsvorm.

  • Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde. Het volledige wwg is één zinsdeel

  • Stap 3: verander de volgorde binnen de zin. Alles dat voor de persoonsvorm staat of kan staan, is een zinsdeel.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Opdracht 3 + 4 (blz. 204)

Klaar? Oefenen op www.cambiumned.nl  (zinsdelen)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies