H5.3 Rekenen aan reacties

H5.3 Rekenen aan reacties
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.3 Rekenen aan reacties

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt na afloop 
  • berekeningen aan reacties uitvoeren
  • een overmaat van een beginstof berekenen
  • het rekenschema gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Reactievergelijkingen

Slide 3 - Tekstslide

Reactievergelijkingen


  • De coëfficiënten in een reactievergelijking bepalen in welke verhouding moleculen reageren met elkaar.
  • Kloppend maken van een reactievergelijking is dus verschrikkelijk belangrijk om de juiste verhouding te bepalen.
  • De verhouding tussen de moleculen heet de molverhouding.



Slide 4 - Tekstslide

Reactievergelijkingen


  • In de molverhouding reageren hoeveelheden moleculen. En hoeveelheden moleculen drukken we dus uit in mol.
  • Als je dus bijvoorbeeld 5 mmol CH4 wilt verbranden heb je dus 10 mmol O2 nodig.
  • Dat is de basis van het reactierekenen.


Slide 5 - Tekstslide

Reactierekenen

Slide 6 - Tekstslide

Reactierekenen

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1
Zeer zuivere ethanol kan gemaakt worden door etheen (C2H4) te laten reageren met water. Hierbij ontstaat dan ethanol. In een fabriek laat men 500 kg etheen reageren. Bereken hoeveel water er nodig is voor deze reactie.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 2

Slide 9 - Tekstslide

Stap 3

Slide 10 - Tekstslide

Stap 4

Slide 11 - Tekstslide

Stap 5

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stap 6

Slide 15 - Tekstslide

Belangrijke tips
Bij het reactierekenen is het zeer belangrijk dat je de vraag snapt. Lees hem goed.

Zorg dat je altijd echt beantwoord wat gevraagd is.
Zet bij elke berekening (ook die om de tabel te vullen) de formule en de berekening er bij
Denk altijd aan eenheden en significantie.



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Stap 1

Slide 18 - Tekstslide

Stap 2

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Overmaat en ondermaat

Slide 26 - Tekstslide

  • Stoïchiometrisch betekent dat de reagentia in de juiste molverhouding aanwezig zijn
  • Ondermaat betekent dat er te weinig is van één reagens
  • Overmaat betekent dat er te veel is van één reagens.
  • Als de ene stof in overmaat is, is automatisch de andere in ondermaat.




Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Leer HS5.3 (blz. 146-151)
Maak de vragen 23 t/m 34 (blz. 152-154)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 30 - Tekstslide