@NED1@

Schrijfvaardigheid
Wat is dat eigenlijk?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid
Wat is dat eigenlijk?

Slide 1 - Tekstslide

Bron: Afbeelding 1 www.flickr.com ; ikkeonline
Afbeelding 2: www.flickr.com ; lollyman
Schrijven

Slide 2 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord schrijven? 

Schrijf zoveel mogelijk dingen op waaraan je denk bij het woord schrijven?

Bekijk en bespreek de antwoorden met de klas. 

Waarschijnlijk staan er veel officiële  schrijfzaken genoemd.


Schrijf jij elke dag......?

Slide 3 - Tekstslide

Denk eens na over wanneer jij voor de laatste keer iets geschreven hebt? 

Wat heb je geschreven en waarvoor was dat?

Bespreek dit kort in de klas.

Slide 4 - Tekstslide

Bron: www.flickr.com ; Joe Taylor

Facebook account van iemand.

Slide 5 - Tekstslide

Bron: www.flickr.com ; nurudia jauhari

Instagram timeline.

Slide 6 - Tekstslide

Bron: www.flicker.com ; Leif Harboe

What's app gesprek
Vrijwel dagelijks schrijf je op social media

Slide 7 - Tekstslide

Bron: www.flickr.com ; BrickinNick

Op de voorgaande schermen heb je verschillende social media voorbij zien komen. Waarschijnlijk heb jij ook een account op een of zelfs allemaal. 

Post jij elke dag iets of stuur jij dagelijks What's app berichten? Dan schrijf jij ook elke dag. 

Ook het schrijven van berichten op social media is schrijven. Hoe kort de berichten ook zijn. 
Opdracht
  Schrijf het antwoord op de onderstaande vragen op. Bespreek je antwoord met een klasgenoot.
  • Wat is het leukste / grappigste / gekste wat je vandaag hebt meegemaakt?
  • Wat is het meest vervelende wat je vandaag hebt meegemaakt?
Leestekens
Zinnen
Schrijf je antwoord op in hele zinnen. Een zin start altijd met een hoofdletter en eindigt met een leesteken.
Hoofdletters

Slide 8 - Tekstslide

Eerst vragen laten verschijnen, vervolgens de pins openen.

Je schrijft het antwoord op beide vragen op. Als iedereen klaar is, zoek je een klasgenoot en bekijk je elkaars antwoord. 

- Begint elke zin met een hoofdletter?
- Eindigt elke zin met een leesteken?

Bespreek dit met elkaar.
Opdracht
Schrijf een bericht voor op jouw Facebook waarin je schrijft over iets wat je hebt meegemaakt vandaag.

Op het volgende scherm zie je waar je bericht aan moet voldoen.

Slide 9 - Tekstslide

Op het volgende scherm staat waar je opdracht aan moet voldoen. 

Je mag de opdracht schrijven of typen.
Facebook post
Je moet met de volgende dingen rekening houden:
  • je bericht moet tussen de 40 en 60 woorden zijn;
  • je vertelt iets wat je vandaag hebt meegemaakt;
  • je vertelt wat je ervan vond en waarom je dat vindt;
  • het moet aantrekkelijk / leuk zijn om te lezen voor je volgers (je wilt natuurlijk zoveel mogelijk likes);
  • je zoekt een plaatje of foto die goed past bij je verhaal

Mening en argument

Wanneer je vertelt wat je ergens van vindt, noem je dat je mening geven. 

Als je uitlegt waarom je dat vindt, noem je dat een argument geven.

Slide 10 - Tekstslide

Pin klap je uit na derde bolletje. Even benoemen en vb geven. Daarna kan pin weer dicht.

Voorbeeld van een mening met argumenten daarbij vind je in de volgende zin:
Vandaag struikelde de docent Nederlands bijna over een tas in het lokaal. Dat was heel erg grappig (= mening), want het zag er heel gek uit (= argument 1) en de docent moest zelf ook erg lachen (= argument 2).


Gluren bij de buren
Bekijk het Facebook bericht van een klasgenoot.

Zou je deze post een like geven?

Leg uit waarom wel of niet.

Slide 11 - Tekstslide

Kijk of het bericht voldoet aan onderstaande punten:
- begint elke zin met een hoofdletter
- eindigt elke zin met een leesteken
- is het bericht tussen de 40 en 60 woorden
- past het plaatje / foto bij het verhaal
- gebeurtenis van de dag vertelt
- mening + uitleg
- is het leuk om te lezen / zou je een like geven?

Zie bijlage voor 'feedbackblad' (moet nog toegevoegd)
Verbeteren
Bekijk wat je klasgenoot geschreven heeft over jouw Facebook bericht.

Herschrijf je bericht met behulp van wat je klasgenoot geschreven heeft.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Schrijven doe je niet alleen in officiele situaties. Schrijven is meer dan alleen brieven en mails schrijven. 

Je schrijft zelf ook best veel, Facebook, Instagram, Snapchat en niet te vergeten What's App gebruik je dagelijks.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Bij het schrijven is het belangrijk dat je weet dat elke zin met een hoofdletter begint en eindigt met een leesteken, ook op social media. Dit zorgt er namelijk voor dat wat je schrijft makkelijker te lezen en te begrijpen is voor degene die het leest.

Als je vertelt wat je ergens van vindt, noem je dat je mening geven. Als je uitlegt waarom je dat vindt, noem je dat een argument geven. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies