Examen schrijven 2F

 Schrijven 2F
Lesdoelen: 
- Je weet wanneer je wel en geen hoofdletters moet gebruiken
- Je kent de opbouw van een zakelijke e-mail en je past deze kennis toe in het schrijven van een zakelijke e-mail
- Je kent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik en je weet wanneer je iets minder formeel mag schrijven in een zakelijke e-mail

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 Schrijven 2F
Lesdoelen: 
- Je weet wanneer je wel en geen hoofdletters moet gebruiken
- Je kent de opbouw van een zakelijke e-mail en je past deze kennis toe in het schrijven van een zakelijke e-mail
- Je kent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik en je weet wanneer je iets minder formeel mag schrijven in een zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht schrijven
uit 'basiscursus schrijven' NU Nederlands 2F
Opdracht 1, blz. 158

Slide 2 - Tekstslide

Opdr. 1, blz. 158

Slide 3 - Tekstslide

opdracht uit werkboek 2F
Opdracht 1, blz. 178 
Op pad met een verslaggever

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Geef 2 voorbeelden van CATEGORIEËN 
die je mét een hoofdletter schrijft

Slide 8 - Woordweb

geef 2 voorbeelden van CATEGORIEËN waarbij je géén hoofdletter gebruikt 

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
premier
B
Premier

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdletter of géén hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdletter of géén hoofdletter?
A
mavo
B
MAVO

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletter of géén hoofdletter?
A
Sinterklaas
B
sinterklaas

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

van welke drie dingen hangt het af HOE FORMEEL je je zakelijke e-mail moet schrijven?

Slide 16 - Open vraag

Een zakelijke e-mail is
A
altijd formeel en verplicht met u
B
altijd informeel met je/jij/jullie
C
soms formeel/soms informeel; dat bepaal je zelf
D
formeel; maar HOE formeel, hangt af van zender, ontvanger en het onderwerp

Slide 17 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail stuur je
A
naar je beste vrienden.
B
naar bedrijven of instellingen.
C
naar je klanten.
D
naar familie.

Slide 18 - Quizvraag

Bij een zakelijke e-mail gebruik je:
A
je, jij
B
u
C
kan allebei

Slide 19 - Quizvraag

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt.
Wat is een passend onderwerp voor deze e-mail?

Slide 20 - Open vraag

Wat is een juiste aanhef bij een zakelijke e-mail?
A
Hoi Karin,
B
Hallo neef!
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Beste heer/mevrouw,

Slide 21 - Quizvraag

Hoe eindig je een zakelijke brief
of e-mail?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,

Slide 22 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema.
Hoe begin je je e-mailbericht?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker klantenservice,

Slide 23 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail begint met 'Hoi Karin Smit'.
Dit is geen passende aanhef voor een zakelijke e-mail.
Schrijf hieronder wat wél een passende aanhef is.

Slide 24 - Open vraag

Hoe bouw je een zakelijke e-mail op?
(welke drie onderdelen MOETEN erin zitten?)

Slide 25 - Open vraag

inleiding
kern
slot
uitleggen hoe de sleutelbos eruit ziet en drie kenmerken geven van de sleutelbos
hoe mensen contact kunnen opnemen
twee plekken waar je hebt gezocht
waar en wanneer je je sleutelbos hebt gezien
twee redenen waarom je je sleutelbos snel terug moet hebben
uitleggen waarom je dit bericht schrijft

Slide 26 - Sleepvraag

Voorbereiden
Schrijven
Controleren
Aan wie schrijf je de e-mail?
Let op alinea's en witregels
Is de boodschap duidelijk?
Wat wil je bereiken?
Is de samenhang duidelijk?

Slide 27 - Sleepvraag

Welke vragen heb je nog over het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 28 - Open vraag

Je leest een oproep in een nationale krant waarin een schrijfwedstrijd wordt aangekondigd. Lezers worden opgeroepen een e-mail te sturen naar de krant als ze mee willen doen.

Wat is een passend ONDERWERP voor dit e-mailbericht?

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag met schrijven zakelijke e-mail 
Opdracht
Je hebt het idee om een kerstmarkt te gaan organiseren op jouw school. De opbrengst van deze kerstmarkt is voor een goed doel. Je schrijft je schooldirecteur om uit te leggen WELK evenement je wil organiseren, WAAROM je dat wil, WANNEER en WAAR je dat wil organiseren en MET WELK DOEL.
Schrijf in je mail het volgende:
- stel jezelf voor en vertel welke opleiding je volgt
- geef aan wat de aanleiding/reden is voor het schrijven van dit e-mailbericht
- geef aan waarom, wanneer, waar en met welk doel je dit evenement wil organiseren
- sluit af met een verzoek om met je schooldirecteur in gesprek te gaan over dit evenement
- bedenk tot slot een passend onderwerp voor dit e-mailbericht (

Controleer je e-mail op de volgende onderdelen:
- werkwoordspelling                      - opbouw in alinea's (inleiding, kern, slot)
- hoofletters                                       - zinsbouw/zinsvolgorde

Slide 30 - Tekstslide