Steden en hun omgeving

Steden en hun omgeving 
lezen blz. 18 en 19
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Steden en hun omgeving 
lezen blz. 18 en 19

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste omschrijving van het begrip bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal inwoners per km2
B
Trek van het platteland naar de stad
C
Het gemiddeld aantal inwoners per km2
D
Mensen verhuizen vanuit dorpen terug naar de stad

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de begrippen?
A
Verpaupering - suburbanisatie - urbanisatie
B
Urbanisatie - verpaupering - suburbanisatie
C
Verpaupering - urbanisatie - suburbanisatie
D
Urbanisatie - suburbanisatie - verpaupering

Slide 3 - Quizvraag

Ruim opgezette wijken met een speelse en gevarieerde bebouwing. Kronkelige straten en woonerven.
A
Vooroorlogse wijken
B
Naoorlogse wijken
C
Jaren 70-wijken
D
Nieuwbouwwijken

Slide 4 - Quizvraag

Lange, eentonige rijen kleine huizen in smalle straten. Weinig groen.
A
Binnenstad
B
Arbeiderswijken
C
Vooroorlogse wijken
D
Naoorlogse wijken

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Stad of platteland?
Platteland
  • Gebied buiten de stad
    - dorpjes
    - natuurgebieden
    - landbouw
          - akkerbouw
          - veeteelt
          - tuinbouw
          - bosbouw
  • Gebied tussen stad en platteland: overgangsgebied

Slide 7 - Tekstslide

Stedelijke uitbreiding 

Slide 8 - Tekstslide

Steden groeien
Agglomeratie
  • Grote stad met vastgegroeide dorpen
  • Dorpen groeien uit tot stadswijken

Slide 9 - Tekstslide

stads gewest

Slide 10 - Tekstslide

Steden werken samen
Stadsgewest
  • Samenwerking van een stad met omliggende dorpen
    - stad
    - overgangsgebieden
    - andere gemeenten
  • Bijna alles speelt zich af binnen het stadsgewest

Slide 11 - Tekstslide

stedelijk netwerk

Slide 12 - Tekstslide

Steden werken samen
  • Steden werken samen in stedelijke netwerken (bijv. Randstad)
    - bestaat uit een aantal stadsgewesten
    - stadsgewesten hebben veel contact met elkaar
  •  Steden binnen een stedelijk netwerk delen voorzieningen
    - groot ziekenhuis
    - universiteit
    - luchthaven
  • Wegen en openbaar vervoer maken alles bereikbaar

Slide 13 - Tekstslide

Maastricht - Heerlen
Rooterdam - Den Haag - Amsterdam 
Hengelo - Enschede 
Eindhoven - TIlburg 
Groningen - Assen 
Arnhem - Nijmegen

Slide 14 - Sleepvraag

Steden concurreren met elkaar
Bedrijven
    - kiezen voor de grootste steden
    - kennis uitwisselen (andere bedrijven)

Stadsbesturen
    - belastingen verlagen
    - investeren in infrastructuur

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 18 - Quizvraag

Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie

Slide 19 - Quizvraag

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 20 - Quizvraag

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 22 - Quizvraag


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 23 - Quizvraag


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 24 - Quizvraag