les 7 - grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen

Pak je boek
Pak je etui
Ga rustig zitten

2.7 grammatica zinsdelen

persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp

WG met splitsbare werkwoorden

-

Zij hebben een toets gemaakt.

Eigenlijk viel het klusje mee.

Jasmin belde haar moeder op.

Onderwerpsproef 1

Onderwerpsproef = aantal veranderen.

De jongens voetballen op het plein.

........?

Onderwerpsproef 2

Wie/wat + gezegde?

De jongens voetballen op het plein.

Lijdend voorwerp

'bijrol' in de zin

wie/wat + wg + o?

Jacco maakt zijn toets.

Wat is een lijdend voorwerp?

1. Wanneer + pv + ow
2. Waarom/Waarvoor + ow + mwv
3. Wat/Wie + wwg + ow
4. Het zinsdeel dat overblijft in de zin.

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Jij kan het lijdend voorwerp in die zin vinden.

1. jij
2. het lijdend voorwerp
3. in die zin
4. kan vinden

Ontleed deze zin:
Ik geef hem die natuurlijk.

Ontleed deze zin:
Mijn leraar vertelt ons graag mooie verhalen.

Weektaak

Werk in stilte aan de weektaak. Heb je een vraag? Sla de opdracht dan even over.

Weektaak

Werk aan de weektaak. Je mag zacht overleggen.

Loop je op schema? Dan ben je na vandaag bij opdracht 12.