thema 4 basisstof 6 en 7

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

basisstof 6 en 7.

Sommige organismen zijn maar 1 cel groot. Ze zijn dan ook vaak lastig in te delen. Deze eencelligen hebben dierlijke kenmerken.

Voorbeelden : amoebe en pantoffeldiertje

Amoebe

Een amoebe heeft een celmembraan en een celkern. Hij is een soort eencellig dier.

De amoebe beweegt door het cytoplasma te verplaatsen in zijn schijnvoetje. 

Pantoffeldiertje

Ook het pantoffeldiertje heeft een celmembraan en een celkern. Ook dit is een eencellig dier.

Aan de buitenkant van het pantoffeldiertje zitten trilharen. Deze trillen door de vloeistof en zo beweegt hij.

Basisstof 7: Geleedpotigen

Domein: eukaryoten

Rijk: dieren

Stam: geleedpotigen

Klasse: insecten, spinnen, 

kreeftachtigen en duizendpoten.

Geleedpotigen 

- Hebben vaak een pantser als skelet

- De poten bestaan uit leden 

Segmenten

Geleedpotigen zijn opgebouwd in 

segmenten.

Dit zijn stukjes van het lichaam

De bouw van een insect

Insecten zijn opgebouwd uit 3 delen: de kop, het borststuk en het achterlijf.

Aan de slag

Maak paragraaf 6 + 7 in je digitale werkboek (weektaak)

Check of je ook paragraaf 1 t/m 5 al af hebt! (veel van jullie hebben dit niet in orde!)

Je blijft in de meet, als je vragen hebt kan je die stellen in de chat.