Kunst van het spreken (les 16)

Wie vind jij een goede spreker?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wie vind jij een goede spreker?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

In eerste instantie voor in de rechtszaal. Een veroordeelde moest zich kunnen verdedigen tegen een welbespraakte jury. (5e eeuw voor Chr, toen het land democratisch werd bestuurd).
Sofisten waren een groep mensen die rondtrokken als docenten in welspraak. Keken naar de praktijk: welke technieken passen sprekers toe? Wat werkt? Zij ontwikkelden handleidingen. Kregen slechte reputatie, het ging ze niet om gelijk hebben, maar om gelijk krijgen. Gebruikten hiervoor slinkse trucs en manipulatie.
SPA verzetten zich tegen de Sofisten. Waarheid was het hoogste doel. Door logisch redeneren. Aris is beetje neutraal. Die denkt dat mensen erg gevoelig zijn voor mooie woorden. Retorica ius neutraal instrument. De spreker moet er netjes gebruik van maken.

In de 5e eeuw v. Chr. werd aandacht besteed aan retorica, waarom juist daar en toen?
A
Ze hadden toen niets beters te doen.
B
Men had retorica nodig in de democratische politiek en in de rechtszaal.
C
Socrates, Plato en Aristoteles leefden toen en vonden het belangrijk.
D
De sofisten wilden iedereen manipuleren.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Retorica is reuze handig om de gelijk te krijgen. Via onze handboeken kom je er gemakkelijk achter hoe je je gelijk kunt halen.'
'Retorica mag alleen gebruikt worden voor het achterhalen van de echte waarheid. De waarheid is het hoogste doel.'
'Mensen zijn nu eenmaal gevoelig voor mooie woorden. Retorica is een neutraal instrument, het is aan de spreker om er integer gebruik van te maken. Verder ben ik Zwitserland.'
Plato en socrates
Sofisten
Aristoteles

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het oude Griekenland was goed kunnen spreken belangrijk. Geldt dat tegenwoordig ook, denk je?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Bvb toespraken in de politiek, die zijn opgebouwd met een inleiding, middenstuk en slot. Ze zitten vaak ook vol met stijlfiguren. Oa. Om in te spelen op de gevoelens van het publiek. Die waren al vastgelegd in romeinse handboeken.
Reclame zit ook vol met stijlfiguren. Iets zeggen in een vaste vorm. Spelen met taal. Bvb een slogan: today tomorrow toyota. De T’s en o’s. Bekt lekker en je onthoudt het goed.
Ethisch: hoe ver mag je gaan om je gelijk te krijgen? Mag je bvb liegen in de politiek? En wat is er allemaal waar van wat politici zeggen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus: retorica is...
A
mensen manipuleren.
B
de kunst om zo overtuigend mogelijk te spreken.
C
het bedenken van reclames en speeches.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk drie beroepen waarvoor je retorica nodig hebt.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk nu zelf een reclame(slogan). Hoe zet je retorica in?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies