1. Samentrekken van de boezems.
- De boezems trekken zich samen. Hierdoor stroomt het bloed naar de kamers.
- De hartkleppen zijn open, de halvemaanvormige kleppen zijn dicht.
2. Samentrekken van de kamers.
- De kamers trekken zich samen.
- De hartkleppen gaan dicht.
- De druk in de kamers stijgt.
- De halvemaanvormige kleppen gaan open.
- Het bloed wordt in de longslagader(s) en aorta gepompt.
3. Hartpauze
- Zowel de boezems als de kamers ontspannen zich.
- Bloed stroomt vanuit de holle aders een longaders naar de boezems en kamers.
- De hartkleppen zijn open, de halvemaanvormige kleppen zijn dicht.