zaterdag 14 oktober 2023 (inleiding slot - lijdend voorwerp - toets)

Wat gaan we vandaag doen?
13:00u-13:30u
We bespreken §5 en §6 van Cursus 1 Meer dan lezen
13:30u-14:00u 
We maken de toets Cursus 5 Grammatica §1 en §2 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary EducationAge 12,13

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
13:00u-13:30u
We bespreken §5 en §6 van Cursus 1 Meer dan lezen
13:30u-14:00u 
We maken de toets Cursus 5 Grammatica §1 en §2 

Slide 1 - Tekstslide

§5 inleiding en slot
Inleiding:
> Eerste deel van een tekst
> Bestaat uit 1 of meerdere alinea's 
> Doel: de lezer nieuwsgierig maken + duidelijk maken wat het onderwerp van de tekst is.

Slide 2 - Tekstslide

Slot
> Laatste deel van de tekst
> Bestaat uit 1 of meerder alinea's
> In het slot staat van een conclusie van de tekst; de hoofdgedachte, een korte samenvatting.
Signaalwoorden: dus, daarom, kortom, al met al
> niet alle teksten hebben een slot (nieuwsbericht bijv)

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
  • Pak blz 36-37 van je boek erbij
  • Lees tekst 1, tekst 2, tekst 3, tekst 4 en tekst 5.
  • We gaan zo antwoord geven op 2 vragen over deze teksten.

Slide 4 - Tekstslide

Welke teksten zouden de inleiding kunnen zijn van een langere tekst?

Slide 5 - Open vraag

Welke teksten zouden het slot van langere teksten kunnen zijn?

Slide 6 - Open vraag

Welke 2 teksten zijn waarschijnlijk de inleiding en het slot van dezelfde tekst?

Slide 7 - Open vraag

Het lijdend voorwerp (zinsdeel)
Hoe vind je het lv (lijdend voorwerp) in de zin?
> Zoek de pv 
> Zoek het wg (werkwoordelijk gezegde) 
> Zoek het ow (onderwerp)

Vraag: Wie/wat + wg + ow = lijdend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het lv in deze zin?

Binnen twee tellen stond hij het hele verhaal te vertellen

Slide 9 - Open vraag

Wat is het lv in deze zin?

We gaan in de klas het interview bekijken.

Slide 10 - Open vraag

Ze lusten graag plakton, krill en kleine visjes.

In deze zin zit GEEN lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Tijd voor de toets
  • Je maakt de toets online. 
  • Log in op de online leeromgeving van Nieuw Nederlands
  • Klik op digitaal toetsen

Succes!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide