Alineaverbanden en signaalwoorden

Lezen blok 2
alineaverbanden en signaalwoorden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen blok 2
alineaverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

vraag 1:
Welke manier(en) om alinea's met elkaar te verbinden ken je?

Slide 3 - Open vraag

Verbindingsmanieren (p. 131)
In een goede tekst zijn alinea's met elkaar verbonden. Zo krijg je samenhang en niet allemaal op zichzelf staande stukjes tekst.
HOE?
  • d.m.v. een signaalzin (aankondigend of terugblikkend);
  • d.m.v. een signaalwoord;
  • d.m.v. een herhaling van woorden of woordgroepen;
  • d.m.v. een overgangszin met verwijzing (verwijswoord).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Heb je wat nieuws geleerd?
De meeste theorie was helemaal nieuw voor mij.
Sommige theorie was helemaal nieuw voor mij.
Alles wat is behandeld wist ik nog van vorig schooljaar.

Slide 9 - Poll

Signaalwoorden (p. 132-133)
Een signaalwoord maakt duidelijk wat de functie van de alinea's t.o.v. elkaar is en hoe zinnen met elkaar in verband staan. 


Slide 10 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een signaalwoord.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 2: Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.

2A: Twee dingen tegelijk doen lijkt zo efficiënt, maar in werkelijkheid maakt het ons moe, slordig en ook nog eens ongelukkig. (3x)

Slide 13 - Open vraag

Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.

2B: Er zijn situaties waarin iedereen goed kan multitasken en er voordeel van heeft. Als je maar weet wanneer je het beter wel en niet kunt doen. (4x)

Slide 14 - Open vraag

Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.

2C: In principe is ons brein niet gemaakt om te multitasken, omdat we onze volle aandacht slechts op één ding tegelijk kunnen richten. (2x)

Slide 15 - Open vraag

Sleep de signaalwoorden naar het juiste verband
timer
3:00
opsommend
voorwaardelijk
chronologisch
doel-middel
reden
toelichtend
oorzakelijk
tegenstellend
en
ook
maar
als
wanneer
om te
omdat
eerst
daarna
zo
als gevolg daarvan
toch

Slide 16 - Sleepvraag

Heb je wat nieuws geleerd?
De meeste theorie was helemaal nieuw voor mij.
Sommige theorie was helemaal nieuw voor mij.
Alles wat is behandeld wist ik nog van vorig schooljaar

Slide 17 - Poll

Heb je nog een vraag over alineaverbanden en/of signaalwoorden?
Nee, op dit moment niet
Ja, ik heb een vraag

Slide 18 - Poll

Maken: opdracht 4 (p. 95-97)
Daarnaast: leer de theorie van p. 131-133. 
Huiswerk voor maandag. 



Maandag leer je verschillende tekststructuren én functiewoorden. 

Slide 19 - Tekstslide