In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lezen blok 2 startopdracht 1
Slide 1 - Tekstslide
Welke begrippen van Lezen ken je nog uit 3 havo?
Slide 2 - Woordweb
vraag 1: Je kunt verbanden tussen alinea's aangeven door signaalwoorden en signaalzinnen te gebruiken. Noem nog twee manieren om zinnen of alinea's met elkaar te verbinden.
Slide 3 - Open vraag
Verbindingsmanieren
Alinea's zijn vaak aan elkaar verbonden. Zo krijg je samenhang en niet allemaal op zichzelf staande stukjes tekst.
HOE?
d.m.v. een signaalwoord;
d.m.v. een herhaling;
d.m.v. een signaalzin/ aankondigende zin;
d.m.v. een verwijzing (verwijswoord).
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Vraag 2: Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.
2A: Twee dingen tegelijk doen lijkt zo efficiënt, maar in werkelijkheid maakt het ons moe, slordig en ook nog eens ongelukkig. (3x)
Slide 11 - Open vraag
Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.
2B: Er zijn situaties waarin iedereen goed kan multitasken én er voordeel van heeft. Als je maar weet wanneer je het beter wel en niet kunt doen. (3x)
Slide 12 - Open vraag
Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.
2C: In principe is ons brein niet gemaakt om te multitasken, omdat we onze volle aandacht nu eenmaal slechts op één ding tegelijk kunnen richten. (2x)
Slide 13 - Open vraag
Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.
2D: Het beste is om eerst het ene te doen en daarna het andere, dat spaart echt tijd. (2x)
Slide 14 - Open vraag
2E: Je maakt zo minder snel fouten en als gevolg daarvan raak je minder gestrest en vermoeid. Toch lijkt multitasken in onze westerse maatschappij de basisstand te zijn(3x)
Slide 15 - Open vraag
Sleep de signaalwoorden naar het juiste verband
timer
2:00
opsommend
voorwaardelijk
chronologisch
middel - doel
reden
toelichtend
oorzakelijk
tegenstellend
en
ook
maar
als
wanneer
om te
omdat
eerst
daarna
zo
als gevolg daarvan
toch
Slide 16 - Sleepvraag
Vraag 3 Een inleiding moet de lezer prikkelen om verder te lezen. Noem nog drie functies van de inleiding
Slide 17 - Woordweb
Functies van de inleiding
belangstelling wekken;
onderwerp introduceren;
hoofdgedachte formuleren;
opbouw aankondigen;
lezer welwillend stemmen;
aanleiding noemen;
Slide 18 - Tekstslide
Vraag 4: Op welke manier maakt de inleiding aantrekkelijk in de onderstaande voorbeelden?
timer
1:00
retorische vraag
uitdagende openingszin
stelling, gevolgd door een vraag
voorbeelden
Reageren we in ons vrije en welvarende land niet veel te laconiek als onze democratie wordt bedreigd?
Overal in het noorden klagen ijverige mieren over die luie krekels in het zuiden. Zo bezien steekt men alleen in het welvarende noorden de handen uit de mouwen.
Alcoholgebruik onder de 16 moet met alle middelen bestreden worden. Vindt u dit ook niet?
Een vochtigheidssensor in een plant die de kraan vertelt dat de plant water nodig heeft. De biertap die bijhoudt hoeveel bier er is getapt en aan de computers van de distribiteur meldt dat er nieuwe vaten geleverd moeten worden. En de koelkast die weet wat erin staat en op basis daarvan recepten doorgeeft aan je telefoon. In The internet of things communiceren objecten met de mens,
Slide 19 - Sleepvraag
Functies van het slot
samenvatting
conclusie
aanbeveling
afweging
oproep --> toekomstverwachting
uitsmijter
Slide 20 - Tekstslide
Vraag 5A Welke functie heeft het slot van een activerende tekst?
A
oproep
B
conclusie
C
aanbeveling
D
samenvatting
Slide 21 - Quizvraag
Vraag 5B Welke functie heeft het slot van een uiteenzetting meestal?
A
conclusie
B
aanbeveling
C
samenvatting
D
afweging
Slide 22 - Quizvraag
Vraag 5C Noem twee functies die goed passen bij het slot van een beschouwing.
A
conclusie, samenvatting
B
aanbeveling, afweging
C
oproep, uitsmijter
D
afweging, oproep
Slide 23 - Quizvraag
Welke functie van het slot kun je aanwijzen in onderstaande zinnen?
aanbeveling
conclusie
afweging
Eén ding is zeker: wie goed wil spreken in het openbaar, moet veel oefenen. Zelfs de beste spreker heeft het ooit moeten leren.
Alternatieve geneeswijzen kunnen dus mensen echt helpen, ook al zijn ze gebaseerd op placebo-effecten.
Volledige vrijheid van internetgebruik op school werkt zo te zien averechts. Ik geef er de voorkeur aan duidelijke afspraken te maken over de inzet ervan.
Slide 24 - Sleepvraag
Vraag 7 Kijk in het boek op blz. 147 t/m 149. Kies vijf van deze functiewoorden uit die vooral op het begin van een tekst of tekstgedeelte van toepassing zijn.
Slide 25 - Woordweb
Heb je wat nieuws geleerd?
De meeste theorie was helemaal nieuw voor mij.
Sommige theorie was helemaal nieuw voor mij.
Alles wat was behandeld wist ik nog van vorig schooljaar