Unit 3 Ending Lesson 2

Tuesday, 17th of January





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tuesday, 17th of January





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Tekstslide

Reading


You are going to read for 5 minutes.

You are going to read in your Dutch reading book. If you did not bring this with you, you must read on bbc newsround.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Plan
  • Reading
  • Check homework
  • Goals
  • New Grammar
  • New Phrases
  • Homework

Slide 3 - Tekstslide

Go to page 109.

Slide 4 - Tekstslide

Goals

Aan het einde van deze les..
  • weet je wat de present continuous is.
  • weet je wanneer je de present continuous moet gebruiken.
  • weet je hoe je de present continuous moet maken. 

Slide 5 - Tekstslide

New Grammar!

Slide 6 - Tekstslide

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous? 

Slide 7 - Tekstslide

Present continuous
.
Subject +
Form of to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 8 - Tekstslide

Present continuous
Wat valt op? Wat benadrukt de present continuous?

Slide 9 - Tekstslide

Present Continuous
.
When
iets wat nu / op dit moment aan de gang is.
How
I                         am walking
he/she/it           is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, look .. !
Example 
The pupils are listening to the teacher.

Slide 10 - Tekstslide

Describe: Present continuous
Present continuous

Slide 11 - Tekstslide

Present Continuous
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.

Slide 12 - Quizvraag

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 13 - Quizvraag

Present Continuous:

Hoe maak je de present continuous?
A
hele werkwoord + - ed
B
shit = hele werkwoord + -s
C
vorm van to be + ww+ -ing

Slide 14 - Quizvraag

Fill in:
I ..................... (to listen) to the teacher.
A
listen
B
am listening
C
are listening
D
is listening

Slide 15 - Quizvraag

What are you wearing today?

Slide 16 - Open vraag

  • Go to page 111

Slide 17 - Tekstslide

Homework
When:
Thursday, 19th of January
Do:
Ex. 19 t/m 22
Page 111 t/m 113
Study:
Words 3.1 + 3.2 and Phrases 3.2

Slide 18 - Tekstslide