Lesson 2.1

Wednesday, 8 March





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wednesday, 8 March





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Tekstslide

Plan
  • Check homework
  • Goals
  • New grammar
  • New Phrases
  • Homework

Slide 2 - Tekstslide

Go to page 17, ex. 15.

Slide 3 - Tekstslide

Goals
Aan het einde van de les weet ik hoe ik in het Engels moet vertellen wat van mij is.

Aan het einde van de les weet ik wat een zelfstandig naamwoord is.

Slide 4 - Tekstslide

New Grammar!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
  • mensen (man, Ineke) 
  • dieren (paard)
  • dingen (huis, hout).
  • plaatsen zijn (Den Haag, Frankrijk)
  • gevoelens (liefde) 
  • tijdsruimten (dag)
  • eigenschappen (grootte), 
  • gebeurtenissen (botsing) 
  • denkbeeldige personen of zaken (elf, Luilekkerland).

Slide 6 - Tekstslide

Possesives 
My
your 
his
her
its
our
your
their

Slide 7 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

  • Na my, your, his, her, its, your, our, their volgt altijd een zelfstandig naamwoord
  • voorbeeld: That is my cat.

Slide 8 - Tekstslide

mijn, jouw, zijn: my, your, his
Het is mijn huiswerk.
Het woord 'mijn' geeft bezit aan.

It's my homework.
Het woord 'my' geeft in het Engels bezit aan.

Slide 9 - Tekstslide

Do you like ... (mijn) schoes?
A
Your
B
My
C
Her
D
His

Slide 10 - Quizvraag

Welk bezittelijk voornaamwoord hoort bij he ? ( hij )
This is ................ villa ( zijn )
A
my
B
your
C
his
D
her

Slide 11 - Quizvraag

Welk bezittelijk voornaamwoord hoort bij you ( jij ? )
This is ........... ( jouw ) flat.

A
my
B
your
C
his
D
her

Slide 12 - Quizvraag

Welk bezittelijk voornaamwoord hoort bij she ( zij ? )
This is .............. houseboat ( haar )

A
my
B
your
C
his
D
her

Slide 13 - Quizvraag

Where does your mother get ___ hair done?
A
my
B
your
C
her
D
his

Slide 14 - Quizvraag

Fill in the correct pronoun:
They are very nice. 
Their / Our names are Tom and Luuk.
A
Their
B
Our

Slide 15 - Quizvraag


Fill in the correct possessive pronoun:

He really likes...........new bike.
A
His
B
Yours
C
Hers
D
My

Slide 16 - Quizvraag

Gianni likes (he) ... pet!
A
her
B
your
C
my
D
his

Slide 17 - Quizvraag

3. I don't look like Tom, but he really is ____ brother.
A
my
B
your
C
her
D
his

Slide 18 - Quizvraag

They are upside down in ... cart.
A
her
B
our
C
their

Slide 19 - Quizvraag

Phrases go to page 21.

Slide 20 - Tekstslide

Homework
When:
Tuesday, 5th hour.
Do:
Ex. 19, 20, 21 + 22
Page: 20 t/m 23.
Study:
Words 4.1 + 4.2 + Phrases

Slide 21 - Tekstslide