4.2 Lezen kader / basis

Noem een aantal verschillende soorten teksten.
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Noem een aantal verschillende soorten teksten.

Slide 1 - Open vraag

Kun je een tekstdoel opnoemen?

Slide 2 - Open vraag

Basis: 3 tekstdoelen
Informeren: de tekst geeft informatie, bv een recept of nieuwsbericht.
Amuseren: de tekst vermaakt je (voor je plezier), bv een stripverhaal of een boek van Harry Potter.
Activeren: de tekst wil dat je iets gaat doen, bv een reclame voor snoep of lid worden van Greenpeace.

Slide 3 - Tekstslide

Basis: Zoekend lezen
Je bent in de tekst op zoek naar het antwoord op een vraag, bv in een woordenboek.

Bij zoekend lezen kijk je ook naar:
de deeltitels
de plaatjes / tabellen of schema's
opvallende woorden

Slide 4 - Tekstslide

Kader: Inleiding, kern, slot
Inleiding:
  • begin van de tekst
  • noemt meestal het onderwerp
  • vaak 1 alinea
  • vaak in dikkere letters

Slide 5 - Tekstslide

Kern:
  • meerdere alinea's
  • geeft informatie over het onderwerp

Slide 6 - Tekstslide

Slot:
  • sluit de tekst af
  • meestal 1 alinea
  • geeft conclusie of samenvatting (dus, kortom)

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoord
Een opsomming kan de volgende signaalwoorden hebben:
als eerste, daarna, bovendien, daarnaast, ook vervolgens, tot slot.
Max is dol op sporten. Hij zit als eerste op voetbal, bovendien tennist hij vaak met zijn vader en tot slot schaatst hij met zijn opa.

Slide 8 - Tekstslide

Werken
Basis en kader: werken aan 4.2 ( het hoeft niet af te zijn).

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link