In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bezonken rood - Jeroen Brouwers
Slide 1 - Tekstslide
In een woord: wat vond je van het boek?
Slide 2 - Woordweb
Welk gevoel kreeg je bij het lezen van het boek?
Slide 3 - Woordweb
Wat vond je van het gedrag de hoofdpersoon?
Slide 4 - Woordweb
Vond je het een realistisch verhaal? Waarom wel/niet?
Slide 5 - Woordweb
Wat is volgens jou de boodschap van het boek?
Slide 6 - Woordweb
Wat vond je van de schrijfstijl of het taalgebruik in het boek?
Slide 7 - Woordweb
Wat vond je van de opbouw van het verhaal? Is het logisch opgbouwd?
Slide 8 - Woordweb
Wat hebben jullie zojuist gedaan?
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht Bezonken Rood
Jullie gaan een recensie schrijven over het boek 'Bezonken Rood.
Deze les uitleg van de opdracht.
Inleveren uiterlijk 18 februari.
Slide 10 - Tekstslide
Inhoud recensie
Zakelijke gegevens van het boek/de schrijver
Korte samenvatting van het verhaal
Jouw mening
Onderbouwing met argumenten/voorbeelden
Slide 11 - Tekstslide
Literaire waardeoordelen
Emotivistische argumenten
Morele argumenten
Realistische argumenten
Structurele argumenten
Stilistische argumenten
Intentionele argumenten
Slide 12 - Tekstslide
Emotivistische argumenten
Gevoel dat het boek op de lezer heeft. Wat ‘doet’ het boek met jou?
Bijvoorbeeld: ‘Dit boek is aangrijpend.’ of: ‘Ik vergat alles om me heen.’
Vul aan met voorbeelden en eventueel citaten uit het boek.
Slide 13 - Tekstslide
Morele argumenten
Komt het gedrag van personages/visie van de auteur overeen met jouw opvatting over goed of fout?
Bijvoorbeeld: ‘Grunberg is een sadist met zijn verhaal over dat gekke Kroatische meisje.’ of: ‘Multatuli had gelijk, Nederland was een roofstaat, we hadden de Indonesiërs veel beter moeten behandelen.’
Slide 14 - Tekstslide
Realistische argumenten
Literaire werk wordt vergeleken met de werkelijkheid.
Bijvoorbeeld: ‘Dit boek geeft de werkelijkheid wel of niet goed weer’; ‘zulke mensen bestaan niet’; of: ‘de roman geeft een indringend beeld van Amsterdam in de bezettingsstrijd’.
Let hier op met oudere boeken, in het verleden was de wereld en waren de mensen nu eenmaal anders!
Slide 15 - Tekstslide
Structurele argumenten
Dit zijn argumenten die te maken hebben met de elementen uit de verhaalanalyse: tijd en ruimte, personages en perspectief, spanning en betekenis.
Bijvoorbeeld: ‘De schrijver heeft door een spel tussen perspectief en tijd op knappe wijze een spannende roman neergezet.’
Vul aan met voorbeelden en/of citaten uit het boek.
Slide 16 - Tekstslide
Stilistische argumenten
Deze argumenten slaan op woordkeus, zinsbouw en beeldspraak. Je kunt bijvoorbeeld vinden dat iemand te lange of juist alleen maar van die korte zinnen schrijft.
Let dan ook weer op de tijd waarin een boek is geschreven. In het verleden had men gewoon meer tijd om te lezen dus ook meer tijd voor lange zinnen!
Geef voorbeelden uit het boek.
Slide 17 - Tekstslide
Intentionele argumenten
Deze argumenten zeggen iets over de bedoeling van de schrijver. Met welke bedoeling heeft de auteur het boek geschreven? Is het voor de lezer duidelijk wat zijn bedoeling is?
Dit is een 'gevaarlijk' argument; de lezer kan de bedoeling alleen uit het verhaal halen en kent het echte standpunt van de schrijver niet.
Let op: Niet achter ieder boek zit een bedoeling. Sommige schrijvers schrijven ook verhalen, zonder bedoeling.
Geef voorbeelden uit het boek.
Slide 18 - Tekstslide
Literaire waardeoordelen
Een goede recensie bevat verschillende soorten argumenten.
Onderbouw je argumenten met concrete voorbeelden uit jouw boek.
Let erop dat een recensie heel subjectief is: wat jij vindt, kan je klasgenoot misschien heel anders zien!
Slide 19 - Tekstslide
Brouwers doet alsof in zijn boek een objectieve werkelijkheid wordt beschreven, maar het is de waarheid niet. Zoveel details in zijn boek over het kampleven kloppen niet, het kan niet anders dan dat Brouwers niets heeft nageslagen, niets heeft gecontroleerd, geen boek heeft ingekeken, geen foto heeft bestudeerd. Zoiets vind ik onbegrijpelijk.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Moreel
D
Structureel
Slide 20 - Quizvraag
Het blijft moeilijk voor zo iemand (de hoofdfiguur) sympathie op te brengen.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 21 - Quizvraag
Het verhaal dat verteld wordt in De Val is buitengewoon gevarieerd. Het vertelperspectief van de objectieve waarnemer die probeert na te gaan hoe het precies tot het dodelijke ongeval kon komen, is een van de vele. Doorgaans lezen we vanuit het perspectief van de oude mevrouw Borgstein. De verteller zit haar zo dicht op de huid dat de hier-en-nu-ervaring van de hoofdpersoon ongemerkt overgaat in haar herinneringen aan de catastrofe veertig jaar geleden.
A
Emotivistisch
B
Moreel
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 22 - Quizvraag
Hoewel dit boek als een jeugdboek gepresenteerd wordt, kan men zich afvragen of het terecht is om jonge kinderen bloot te stellen aan dergelijk dubieus taalgebruik en hen bekend te maken met situaties die zelfs volwassenen nog voor moeilijke dilemma’s plaatsen.
A
Emotivistisch
B
Moreel
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 23 - Quizvraag
Opdracht
Schrijf de recensie over 'Bezonken rood'
De opdracht staat in Classroom
Inleveren uiterlijk 18 februari
De recensie kun je gebruiken als mening in je boekverslag.
Vergeet niet dat je ook een boekverslag moet maken!