In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Deze les
Even voorstellen
Filmpje kijken en bespreken
Theorie
Oefenen met de theorie
Opdracht maandag
Slide 1 - Tekstslide
Even voorstellen
Vera van Pelt
Geboren en getogen in Oss
Universiteit Utrecht
2016-2019 BA Nederlandse taal en cultuur
2019-2020 MA Neerlandistiek
2020-heden MA Docent Nederlands (1e graads)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Welk gevoel kreeg je van het filmpje?
Slide 4 - Woordweb
Wat vond je van het gedrag van het personage?
Slide 5 - Woordweb
Vond je het een realistisch verhaal? Waarom wel/niet?
Slide 6 - Woordweb
Wat vond je van de manier waarop het verhaal verteld werd in het filmpje?
Slide 7 - Woordweb
Recensie
Jullie gaan een recensie schrijven over het boek dat je hebt gelezen
Op uiterlijk vrijdag 29 januari om 17.00 uur leveren jullie de definitieve recensie in via Magister
Samen met de recensie lever je ook het schrijfdossier in
Het schrijfdossier, inclusief alle theorie en opdrachten, vind je op Magister en bij 'bestanden' in Teams
Slide 8 - Tekstslide
Onderdelen van een recensie
Zakelijke gegevens van het boek/de schrijver
Korte (maar ook echt korte) samenvatting van het verhaal
Jouw mening over het boek --> verhaalanalyse!
Onderbouwing met argumenten/voorbeelden
Hierbij gebruik je literaire waardeoordelen
Slide 9 - Tekstslide
Literaire waardeoordelen
Emotivistische argumenten
Morele argumenten
Realistische argumenten
Structurele argumenten
Stilistische argumenten
Slide 10 - Tekstslide
Emotivistische argumenten
Gevoel dat het boek op de lezer heeft. Wat ‘doet’ het boek met jou?
Bijvoorbeeld: ‘Dit boek is aangrijpend.’ of: ‘Ik vergat alles om me heen.’
Vooral geschikt om een recensie mee te beginnen of te eindigen
Toon aan waarom je deze gevoelens bij een boek hebt
Slide 11 - Tekstslide
Morele argumenten
Komt het gedrag van personages/visie van de auteur overeen met jouw opvatting over goed of fout?
Bijvoorbeeld: ‘Grunberg is een sadist met zijn verhaal over dat gekke Kroatische meisje.’ of: ‘Multatuli had gelijk, Nederland was een roofstaat, we hadden de Indonesiërs veel beter moeten behandelen.’
Slide 12 - Tekstslide
Realistische argumenten
Het literaire werk wordt vergeleken met de werkelijkheid
Bijvoorbeeld: ‘Dit boek geeft de werkelijkheid wel of niet goed weer’; ‘zulke mensen bestaan niet’; of: ‘de roman geeft een indringend beeld van Amsterdam in de bezettingsstrijd’.
Let hier op met oudere boeken, in het verleden was de wereld en waren de mensen nu eenmaal anders!
Slide 13 - Tekstslide
Structurele argumenten
Dit zijn argumenten die te maken hebben met de elementen uit de verhaalanalyse: tijd en ruimte, personages en perspectief, spanning en betekenis.
Bijvoorbeeld: ‘De schrijver heeft door een spel tussen perspectief en tijd op knappe wijze een spannende roman neergezet.’
In de beste recensies komt vooral de opbouw aan bod
Slide 14 - Tekstslide
Stilistische argumenten
Deze argumenten slaan op woordkeus, zinsbouw en beeldspraak. Je kunt bijvoorbeeld vinden dat iemand te lange of juist alleen maar van die korte zinnen schrijft.
Let bij woordkeus, zinsbouw en beeldspraak dan ook weer op de tijd waarin een boek is geschreven. In het verleden gebruikte men ander soort taal. Daarnaast had men gewoon meer tijd om te lezen dus ook meer tijd voor lange zinnen!
Slide 15 - Tekstslide
Literaire waardeoordelen
Een goede recensie bevat verschillende soorten argumenten.
Onderbouw je argumenten met concrete voorbeelden uit jouw boek.
Let erop dat een recensie heel subjectief is: wat jij vindt, kan je klasgenoot misschien heel anders zien!
Slide 16 - Tekstslide
Brouwers doet alsof in zijn boek een objectieve werkelijkheid wordt beschreven, maar het is de waarheid niet. Zoveel details in zijn boek over het kampleven kloppen niet, het kan niet anders dan dat Brouwers niets heeft nageslagen, niets heeft gecontroleerd, geen boek heeft ingekeken, geen foto heeft bestudeerd. Zoiets vind ik onbegrijpelijk.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Moreel
D
Structureel
Slide 17 - Quizvraag
Het blijft moeilijk voor zo iemand (de hoofdfiguur) sympathie op te brengen.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 18 - Quizvraag
Het verhaal dat verteld wordt in De Val is buitengewoon gevarieerd. Het vertelperspectief van de objectieve waarnemer die probeert na te gaan hoe het precies tot het dodelijke ongeval kon komen, is een van de vele. Doorgaans lezen we vanuit het perspectief van de oude mevrouw Borgstein. De verteller zit haar zo dicht op de huid dat de hier-en-nu-ervaring van de hoofdpersoon ongemerkt overgaat in haar herinneringen aan de catastrofe veertig jaar geleden.
A
Emotivistisch
B
Moreel
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 19 - Quizvraag
Hoewel dit boek als een jeugdboek gepresenteerd wordt, kan men zich afvragen of het terecht is om jonge kinderen bloot te stellen aan dergelijk dubieus taalgebruik en hen bekend te maken met situaties die zelfs volwassenen nog voor moeilijke dilemma’s plaatsen.
A
Emotivistisch
B
Moreel
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 20 - Quizvraag
De bundel bevat zeer korte verhalen; in het boek beslaan ze lk ongeveer anderhalve pagina. Die lengte is lastig, omdat er vaak te weinig tijd en ruimte is om de verhalen tot leven te wekken. Een flink aantal beperkt zich tot een situatieschets, een sfeerbeeld ofeen korte scène.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 21 - Quizvraag
'Iedereen kan schilderen' loopt over van zouteloze ingrediënten: gebrek aan originaliteit, een overdosis banaliteit, maar vooral een volledig gebrek aan medeleven en inlevingsvermogen.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Moreel
D
Structureel
Slide 22 - Quizvraag
Het is te merken dat Hendrix niet alleen romans, maar ook toneelstukken schrijft. Vooral haar dialogen zijn grappig en levensecht.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Moreel
D
Structureel
Slide 23 - Quizvraag
In het laatste hoofdstuk verandert het perspectief. Door de verandering van perspectief lijkt het hoofdstuk een nawoord, geschreven op het levensverhaal van Jakob Duikelman.
A
Emotivistisch
B
Realistisch
C
Structureel
D
Stilistisch
Slide 24 - Quizvraag
Opdracht maandag
Jullie hebben een les minder, dus op maandag gaan jullie zelf aan de slag
In Magister staat een opdracht klaar die jullie maandag inleveren. Je zoekt twee recensies en beantwoordt daarbij de analysevragen (zie Magister)
Lees ook nog eens de theorie op pagina 3, 4 en 11 door