In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H2 Grote natuurlandschappen op aarde
Slide 1 - Tekstslide
Let op de rode pijl: wat is de breedteligging van het Amazonegebied?
Slide 2 - Open vraag
Kies het juiste woorden. De evenaar is /keerkringen zijn de grens van de tropen
A
evenaar is
B
keerkringen zijn
Slide 3 - Quizvraag
Kies het juiste woord. In het tropische regenwoud is een hoge/lage bevolkingsdichtheid
A
lage
B
hoge
Slide 4 - Quizvraag
Kies het juiste woord Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, dan stijgt/daalt de gemiddelde temperatuur
A
stijgt
B
daalt
Slide 5 - Quizvraag
Kies het juiste woord. In de tropische bossen is de gemiddelde temperatuur hoger/lager dan 15 °C
A
hoger
B
lager
Slide 6 - Quizvraag
Kies het juiste woord. Rond de evenaar is het warm. De zonnestralen schijnen loodrecht/schuin op het aardoppervlak
A
loodrecht
B
schuin
Slide 7 - Quizvraag
Bekijk het plaatje hiernaast Welk kenmerk van het tropische bos wordt in deze figuur duidelijk weergegeven?
Slide 8 - Open vraag
Wat is GEEN kenmerk van het tropisch regenwoud?
A
Het is er altijd warm.
B
Er zijn etages.
C
'S nachts kan het vriezen.
D
Ontbossing (mensen kappen de bomen).
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het tropisch regenwoud?
A
Groot bos dat nog niet door mensen is aangetast.
B
Bos in warme en vochtige gebieden rond de evenaar.
C
Een bos met naaldbomen.
D
Een akker met natte rijstbouw.
Slide 10 - Quizvraag
Welke twee uitspraken over het tropisch regenwoud zijn goed?
A
B en C
B
B en E
C
D en E
D
A en C
Slide 11 - Quizvraag
Zet de onderdelen in de goede volgorde. Begin bovenaan bij A en eindig bij D
De warme lucht bij de evenaar stijgt op
Stijgende lucht koelt af op een bepaalde hoogte (hoe hoger, hoe kouder)
Als de lucht afkoelt, ontstaan er wolken
Uit de wolken valt regen, als ze te 'zwaar' worden door de vele kleine waterdruppeltjes
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is de benaming voor etage 1?
Slide 13 - Open vraag
Leg uit waarom het dichtbij de evenaar veel regent. (gebruik de woorden zonnestand en wolken)
Slide 14 - Open vraag
Welk landschap is dit?
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Tropisch regenwoud
Slide 15 - Quizvraag
Bekijk het plaatje hiernaast. Wat is biodiversiteit?
Slide 16 - Open vraag
De regens in het gebied rondom de evenaar
Producten uit de natuur die de mensen goed kunnen gebruiken
Plantengroei
Warme luchtstreek bij de evenaar
De afstand van een plaats tot de evenaar
stijgings-
regens
natuurlijke hulpbronnen
Vegetatie
Tropen
Breedteligging
Slide 17 - Sleepvraag
Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan? Stijgende lucht geeft neerslag, dalende lucht wordt ...
Slide 18 - Open vraag
Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan? De vegetatie van de .............. bestaat uit boomgroepen, struiken en graslanden
Slide 19 - Open vraag
Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan? De natuurlijke plantengroei die ergens voorkomt heet de ......................plantengroei
Slide 20 - Open vraag
Bekijk de kaartjes goed . Wat is het verband tussen beide kaartjes? (Hoe ........., hoe .......)
Slide 21 - Open vraag
Wat is het verband tussen de breedteligging van een plek en de temperatuur op die plek? (Hoe ......, hoe.........)
Slide 22 - Open vraag
Waar op de aarde vind je de droge gebieden?
A
Bij de evenaar
B
Tussen 20 en 40 graden NB
C
Tussen 20 en 40 graden ZB
D
Tussen 20 en 40 graden NB en ZB
Slide 23 - Quizvraag
Welke twee landschappen heb je in de droge gebieden?
A
woestijn en steppe
B
steppe en savanne
C
woestijn en savanne
D
steppe en tropisch regenwoud
Slide 24 - Quizvraag
Waar in dit plaatje is de evenaar?
A
rechts
B
links van het midden
C
rechts van het midden
D
links
Slide 25 - Quizvraag
Bekijk de foto. Schrijf hieronder de 4 landschappen op. Van nat naar droog!
Slide 26 - Open vraag
Topo van de droge gebieden
Great Basin
Sahara
Gobi
Grote Victoria-woestijn
Evenaar
40 graden NB
Kalahari
20 graden ZB
Slide 27 - Sleepvraag
Wat hoort bij elkaar?
De Outback
het noorden van Australië
In de buurt van Sydney
Slide 28 - Sleepvraag
Bekijk het plaatje. Noem twee duidelijke verschillen tussen het klimaat van de Bilt en dat van Oodnadatta (temperatuur en neerslag)
Slide 29 - Open vraag
Sleep de juiste plaatjes naar de juiste plek.
Woestijn
Regen
woud
Steppe
Savanne
Slide 30 - Sleepvraag
Welk landschap is dit?
A
Tropisch
B
Toendra
C
Steppe
D
Savanne
Slide 31 - Quizvraag
Welke landschappen kom je achtereenvolgens tegen als je vanaf de evenaar naar het zuiden reist?
A
Tropisch regenwoud- Savanne- Steppe- Woestijn
B
Tropisch regenwoud- Steppe- Savanne -Woestijn
C
Tropisch regenwoud- Steppe- Savanne -Woestijn
D
Tropisch regenwoud-Woestijn-Savanne-Steppe
Slide 32 - Quizvraag
Hoeveel maanden regenval er in dit gebied? (één woord in letters)
Slide 33 - Open vraag
In de savanne hebben we verschillende seizoenen.
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quizvraag
Op de steppe kom je bomen tegen, op de savanne niet.
A
Goed
B
Fout
Slide 35 - Quizvraag
De steppe is het woongebied van wilde dieren, zoals leeuwen, giraffen en olifanten.
A
Goed
B
Fout
Slide 36 - Quizvraag
De mensen die de woestijn wonen en rondtrekken heten:
A
Rugzaktoeristen
B
Nomaden
C
Woestijnmensen
D
Zwervers
Slide 37 - Quizvraag
Bij de droge gebieden daalt de lucht, bij de evenaar stijgt de lucht
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
1. De steppe ligt dichter bij de evenaar dan de savanne 2. In de woestijn is het droger dan in de savanne