In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
arn les 3.2
Slide 1 - Tekstslide
groot oppervlak wordt verwarmd
kleine invalshoek
lage temperaturen op hoge breedte
hoge zonnestand
kleine schaduw
hoge temperaturen op lage breedte
Slide 2 - Sleepvraag
Herhaling: Koppel de landschappen
aan de klimaatzones
Zeeklimaat
Landklimaat
Tropischklimaat
Poolklimaat
woestijnklimaat
Slide 3 - Sleepvraag
Dit is een thematische kaart: Vegetatiezones op aarde.
Welke kleur heeft het tropisch regenwoud?
Tropisch regenwoud
Slide 4 - Sleepvraag
Sleep de juiste woorden op de juiste plek in de afbeelding.
Welk woord hoort waar?
--------
--------
--------
--------
Tropisch regenwoud
Savanne
Steppe
Woestijn
Slide 5 - Sleepvraag
Savanne klimaat
Toendra klimaat
Tropisch regenwoud- klimaat
Land-
klimaat
Woestijn- klimaat
Steppe- klimaat
Pool-klimaat
Slide 6 - Sleepvraag
Plaats de plantenzones in de juiste klimaatzones. (Begin bij de evenaar)
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Koud klimaat
woestijn en steppe
toendra en ijs
tropisch regenwoud
loofbos
naaldbos
Slide 7 - Sleepvraag
Plaats de klimaatzones bij de juiste kleur.
Tropisch klimaat
Woestijnklimaat
Poolklimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Slide 8 - Sleepvraag
Savanne
tropisch regenwoud
Woestijn
Steppe
Slide 9 - Sleepvraag
Ontstaat doordat zonnestralen hier schuin op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een groot oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar door erg laag.
Ontstaat door een tekort aan neerslag. In deze gebieden valt steeds minder neerslag doordat lucht daalt en opwarmt.
Ontstaat doordat zonnestralen hier loodrecht op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een klein oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar ongeveer 25 graden Celsius. Er valt veel neerslag.
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Slide 10 - Sleepvraag
Wat zijn vegetatiezones?
A
Gebieden met verschillende natuurlandschappen
B
Gebieden met dezelfde temperatuur en neerslag
C
Gebieden met dezelfde natuurlijke begroeiing
D
Gebieden met verschillende plantengroei
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van vegetatiezones vanaf de evenaar?
A
woestijn, steppe, savanne, tropisch regenwoud
B
woestijn, savanne, steppe, tropisch regenwoud
C
tropisch regenwoud, steppe, savanne, woestijn
D
tropisch regenwoud, savanne, steppe, woestijn
Slide 12 - Quizvraag
Wat beïnvloedt de plantengroei in verschillende vegetatiezones?
A
De hoogte van het gebied.
B
Temperatuur en hoeveelheid neerslag.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de breedteligging?
A
De afstand tot de noordpool
B
De afstand tot de evenaar
C
De afstand tussen twee breedtepunten
D
De ligging ten opzichte van een breedtelijn
Slide 14 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord: 1. Hoe hoger de breedteligging hoe .......... het is. 2. Hoe dichter bij 0 graden breedteligging hoe......... het is.
A
1 warmer, 2 wamer
B
1 kouder 2 kouder
C
1 warmer 2 kouder
D
1 kouder 2 warmer
Slide 15 - Quizvraag
De breedteligging heeft.....invloed op de temperatuur.
A
geen
B
wel
Slide 16 - Quizvraag
Welke bundel invallende zonnestralen verwarmt het grootste oppervlak?
A
bundel 1
B
bundel 2
Slide 17 - Quizvraag
Hoe ontstaat het temperatuurverschil tussen de evenaar en de polen?
A
Andere samenstelling van atmosfeer
B
Meer luchtvervuiling bij de polen
C
Zonnestralen verwarmen kleiner oppervlak bij de evenaar.
D
Aarde draait sneller bij de polen
Slide 18 - Quizvraag
Waarom is het gemiddeld steeds kouder als je van de evenaar naar het noorden of zuiden gaat?
A
De atmosfeer wordt dikker
B
De luchtvochtigheid verandert
C
Zonnestralen vallen schuiner bij de polen.
D
De luchtdruk neemt af
Slide 19 - Quizvraag
Wat beïnvloedt de plantengroei in verschillende vegetatiezones?
A
De hoogte van het gebied.
B
Temperatuur en hoeveelheid neerslag.
Slide 20 - Quizvraag
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Tropisch regenwoud
Slide 21 - Quizvraag
A
Tropisch regenwoud
B
Toendra
C
Steppe
D
Savanne
Slide 22 - Quizvraag
Welk gebied is droger
A
Savanne
B
Steppe
Slide 23 - Quizvraag
Een boomloze grasvlakte:
A
Savanne
B
Steppe
Slide 24 - Quizvraag
Een plek in de woestijn met toegang tot water.
A
Wadi
B
Oase
C
Toendra
D
Savanne
Slide 25 - Quizvraag
Dit gebied heet
A
Tropische regenwoud
B
Savanne
C
Steppe
D
Woestijn
Slide 26 - Quizvraag
De tropen bestaan uit verschillende etages, in welke etage leven veel dieren?