In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H9: Criminaliteit
9.4 Opgepakt ... en dan?
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:
- uitleggen wat een verdachte is.
- uitleggen wat de politie wel en niet mag.
- de taken van de officier van justitie uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Er komen 4 vragen aan...
Ter herhaling van de vorige les
Slide 3 - Tekstslide
Erik wordt betrapt op het stelen van een blikje Red Bull. ''Iedereen heeft dit wel eens gedaan, dus het is niet erg''.
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 4 - Quizvraag
Welke theorie is dit voorbeeld van toepassing: "Robin heeft geleerd om eerst te slaan, en dan pas vragen te stellen. Dat heeft hij geleerd van zijn broer"
A
Aangeleerd gedragstherapie
B
Anomiettheorie
C
Bindingstheorie
D
Etikettentheorie
Slide 5 - Quizvraag
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen. Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie
Slide 6 - Quizvraag
Aangeleerd gedragtheorie
Neutraliserings- theorie
Etikettentheorie
Anomietheorie
Rationele-keuze theorie
Jongeren schakelen hun schuldgevoel uit als ze in een groep strafbare feiten plegen.
Het plegen van een misdrijf is een weloverwogen keuze. Er wordt afweging gemaakt van kosten en baten.
Als iemand steeds 'crimineel' genoemd wordt, kan de persoon zich hier naar gaan gedragen.
Crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit je eigen omgeving
Criminaliteit is het gevolg van de botsing tussen het willen behalen, maar niet kunnen behalen van de door de samenleving gestelde doelen.
Slide 7 - Sleepvraag
Maak aantekeningen
Maak aantekeningen
Slide 8 - Tekstslide
Je bent verdachte
Je bent een verdachte als de politie denkt dat je een strafbaar feit hebt gepleegd. .
Slide 9 - Tekstslide
Je bent verdachte
Wanneer je een verdachte bent, mag de politie:
je fouilleren, maar niet zonder toestemming je tas.
je arresteren, tot max. 9 uur vasthouden.
je huis doorzoeken (als er een huiszoekingsbevel is) .
Na afloop van een onderzoek maakt de politie proces-verbaal op.
Proces-verbaal = Speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte.
Slide 10 - Tekstslide
Naar Bureau Halt
Jongeren tussen de 12 en 18 die een licht misdrijf plegen kunnen naar Halt (Het Alternatief) worden gestuurd.
Je krijgt vaak een speciale straf die met het misdrijf te maken heeft. Bijvoorbeeld schoonmaken, of excuus maken.
Door een Halt-straf krijgt je geen strafblad.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het voordeel van Bureau Halt?
A
Je komt er gemakkelijk vanaf
B
Je ouders hoeven het niet te weten
C
Je krijgt geen strafblad
D
Je krijgt geen straf
Slide 12 - Quizvraag
Vrouw (36) aangehouden voor verdenking van inbraak. Na het verhoor op het bureau maakte de politie het......... op en mocht de vrouw weer naar huis
A
Huisbezoekingsbevel
B
Proces-verbaal
C
Halt-rapport
D
Dossier
Slide 13 - Quizvraag
Bureau Halt verzorgt alternatieven tegen straffen door politie en justitie om te voorkomen dat jongeren na een eerste wetsovertreding al het stempeltje 'crimineel' opgeplakt krijgen.
A
Gelegenheidstheorie
B
Aangeleerd-gedrag theorie
C
Bindingstheorie
D
Ettiketeringstheorie
Slide 14 - Quizvraag
Bureau Halt verzorgt alternatieven tegen straffen door politie en justitie om te voorkomen dat jongeren na een eerste wetsovertreding al het stempeltje 'crimineel' opgeplakt krijgen.
A
Gelegenheidstheorie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Ettiketeringstheorie
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de taak van de Officier van Justitie?
Dit is een speciale ambtenaar van het Ministerie van justitie.