In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 7 Geluid
Herhaling en Quiz
Slide 1 - Tekstslide
Doel van vandaag
Minstens 75 % van de vragen goed
Jou zo goed mogelijk voorbereiden op de toets
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van dit hoofdstuk?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is ongeveer de snelheid van het geluid in m/s?
A
340 m/s
B
1225 m/s
C
140 m/s
D
2225 m/s
Slide 4 - Quizvraag
Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel
Slide 6 - Quizvraag
Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon
Slide 7 - Quizvraag
Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm
Slide 8 - Quizvraag
Geluidsarm asfalt is een voorbeeld van geluidshinder bestrijden...
A
Bij de bron
B
Tussen de bron en de ontvanger
C
Bij de ontvanger
Slide 9 - Quizvraag
Als de amplitude van een trilling verandert, dan veranderen ook...
A
de toonhoogte en de geluidssterkte
B
de luchtdruk en de toonhoogte
C
de geluidssterkte en de luchtdruk
D
AMPLIWATTES!?!? :-0
Slide 10 - Quizvraag
Er zijn drie manieren om geluidshinder tegen te gaan. Welke hoort er niet bij?
A
Bij de bron
B
Naast de bron
C
Tussen bron en ontvanger
D
Bij de ontvanger
Slide 11 - Quizvraag
Als ik een stemvork laat trillen en daarna sla ik deze harder aan, dan wordt de amplitude...
A
groter
B
kleiner
C
blijft hetzelfde
D
AMPLIWATTES!?!? :-o
Slide 12 - Quizvraag
De pijngrens qua gehoor ligt rond de...
A
100 db(A)
B
200 db(A)
C
140 db(A)
D
240 db(A)
Slide 13 - Quizvraag
De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz
Slide 15 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 16 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het symbool voor frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq
Slide 18 - Quizvraag
Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar
Slide 19 - Quizvraag
Er wordt een decibel meter bij een grote luidspreker gehouden. 20 Meter verderop staat ook iemand met een decibelmeter. Wat zal de man die verderop staat meten?
A
Hetzelfde aantal db
B
Een hoger aantal db
C
Een lager aantal db
Slide 20 - Quizvraag
Een geluidswal plaatsen is een voorbeeld van geluidshinder tegengaan...
A
Bij de bron
B
Tussen de bron en ontvanger
C
Bij de ontvanger
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heet het onderdeel van het oor dat er voor zorgt dat geluid om wordt gezet in een elektrisch signaal?
A
Hamer
B
Stijgbeugel
C
Aambeeld
D
Slakkenhuis
Slide 22 - Quizvraag
De (A) achter decibel geeft aan dat er rekening wordt gehouden met...
A
de afstand
B
de hoeveelheid geluid
C
de leeftijd van de persoon
D
het menselijk gehoor
Slide 23 - Quizvraag
Een oscilloscoop laat 0,01 sec. zien. Hierin zijn 4,5 trillingen zichtbaar. Wat is de frequentie?