Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1 en H2 van 2F NURekenen
Hoofdstuk 1: Getallen.
3.459.567.450.002?!#
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 1: Getallen.
3.459.567.450.002?!#
Slide 1 - Tekstslide
Grote getallen?
Slide 2 - Woordweb
1.1 De waarde van een cijfer.
Slide 3 - Tekstslide
Hoeveel is de 6 waard in dit getal:
256.587
A
6
B
60.000
C
6000
D
60
Slide 4 - Quizvraag
H1.2 Getallen ordenen
Slide 5 - Tekstslide
Welk getal hoort er bij B te staan?
Slide 6 - Open vraag
H1.3 Negatieve
getallen
Slide 7 - Tekstslide
Klopt de volgende stelling:
-53 < -58
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Welk getal ligt er precies tussen:
-1 en 5
A
2
B
3
C
2,5
D
1
Slide 9 - Quizvraag
Uitleg
Als je wilt weten welk getal er precies tussen twee anderen ligt tel je deze bij elkaar op en deel je door twee.
-1 + 5 = 4
4 gedeeld door 2 = 2
Slide 10 - Tekstslide
H 1.4 Rekenen met tijd
Wat moet je kunnen?
Klok aflezen en daarmee kunnen rekenen.
Door kunnen tellen vanaf een bepaalde datum
Tijdtabellen kunnen aflezen (bv bus)
Eenheden van tijd kennen
Slide 11 - Tekstslide
Eeuw
Millenium
Schrikkel-
jaar
Kwartaal
Decennium
100 jaar
1000 jaar
3 maanden
366 dagen
10 jaar
Slide 12 - Sleepvraag
H1.5 referentiematen
Die gebruik je om een schatting te maken
en om je antwoord te controleren.
Heb je bijvoorbeeld de goede eenheid gebruikt?
Slide 13 - Tekstslide
Hoe hard loop je als je stevig doorwandelt?
Slide 14 - Open vraag
Hoeveel milliliter schenk je in een longdrink?
Slide 15 - Open vraag
Hoeveel mensen wonen er in de stad Utrecht?
Slide 16 - Open vraag
Wat vinden jullie lastig aan
Hoofdstuk 1?
Slide 17 - Open vraag
H2.1 Optellen
Slide 18 - Tekstslide
Handig optellen
45 + 60 + 55 =
Volgorde veranderen:
45 + 55 + 60 =
of splitsen:
40 + 60 + 50 en 5 + 0+ 5
Slide 19 - Tekstslide
Grote getallen optellen
Ook is het handig om ze onder elkaar te zetten, dat voorkomt verwarring.
3.550.000 + 320.000 =
wordt
3.550.000
320.000
Slide 20 - Tekstslide
H2.2 Aftrekken
Slide 21 - Tekstslide
Probeer op deze manier:
356-125
Slide 22 - Open vraag
Probeer op deze manier:
846-265
Slide 23 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
H1 en H2 van 2F NURekenen
2 dagen geleden
- Les met
25 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
L110: Delers en veelvouden - negatieve getallen
Februari 2023
- Les met
14 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Rekenen met gehele getallen
September 2023
- Les met
22 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
REKENTAAL WISK X HOOFDSTUK 1
September 2023
- Les met
37 slides
NT2
Secundair onderwijs
REKENTAAL WISK X HOOFDSTUK 1
Oktober 2022
- Les met
47 slides
NT2
Secundair onderwijs
Sommen op de getallenlijn en in sommentaal
December 2023
- Les met
13 slides
Grafieken en vergelijkingen
April 2018
- Les met
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
LD 6 - Assenstelsels & grafieken
Oktober 2020
- Les met
16 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1