spelling werkwoorden: persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Welkom!


timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik vorige les
  • Leerdoelen bespreken
  • Herhaling werkwoordspelling: persoonsvorm tegenwoordige tijd.
  • Spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd.
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
- Uitleg + oefenen met de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd.


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
  1.  Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
  2.  Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd juist spellen.

  1.  Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd juist spellen.
  2.  Ik kan werkwoorden met een ik-vorm op d of t correct spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Sterk of zwak?

DENKEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

tennissen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

sterk werkwoord

Slide 7 - Woordweb

zwak werkwoord

Slide 8 - Woordweb

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
Voorbeelden

hele ww= Fietsen
Stam      = Fiets
-> Fietste(n

hele ww= Geloven
stam      = Gelov
-> Geloofde(n)

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden
- Het werkwoord verandert van klank in de verleden tijd.
- Je schrijft wat je hoort.

Voorbeelden sterke werkwoorden:
Vliegen - Vlogen
Lopen - Liepen
Roepen - riepen

Slide 10 - Tekstslide

Alle tijden in een stroomschema:

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
* Maak paragraaf 8 persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden. 
* Werk rustig.
* Fluisteren met je buur mag.

Klaar? 
Maak paragraaf 9 persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Werk rustig verder..
* Maak paragraaf 8 persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden. 
* Fluisteren mag nu niet.
* Vragen moet je even bewaren, sla over en ga door.
Klaar? 
Maak paragraaf 9 persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden.
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie van deze les!

De volgende vragen gaan over de leerdoelen van deze week.

Probeer de juist antwoorden te geven.

Slide 14 - Tekstslide

Welk woord is hier de persoonsvorm?
De hond wordt door de buurman uitgelaten.

Slide 15 - Open vraag

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 16 - Open vraag

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 17 - Open vraag

Sterk of zwak?

BIJTEN
A
sterk
B
zwak

Slide 18 - Quizvraag

Sterk of zwak?
verhuizen
A
sterk
B
zwak

Slide 19 - Quizvraag

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Slide 20 - Open vraag

Beantwoord... jij deze vraag ook nog even?

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
Maak Spelling werkwoorden paragraaf 8 en 9

Paragraaf 8 persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden + paragraaf 9 persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide