In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
4.3 Het Hofstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Programma
wat?
werkvorm?
tijd?
terugblik 4.2
klassikaal
10 minuten
uitleg nieuwe stof
klassikaal
10 minuten
pauze
klassikaal
5 minuten
opdracht leen- en hofstelsel
individueel
10 minuten
zelfstandig werken
individueel
15 minuten
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer waren de middeleeuwen?
A
het jaar 100-1000
B
het jaar 1000-1500
C
500-1500
D
100-500
Slide 3 - Quizvraag
Waarom noemen wij deze periode de middeleeuwen?
Slide 4 - Open vraag
Na de val van het West-Romeinse Rijk
steden verdwenen
oorlog & onrust
verschillende koninkrijkjes aan de macht
Slide 5 - Tekstslide
Welk volk was het machtigst in de vroege middeleeuwen?
A
Germanen
B
Franken
C
Hunnen
D
Saksen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
De Merovingen
het rijk van de Franken was verdeeld onder verschillende stammen
de merovingen waren het machtigst hiervan > koning Clovis slaagde erin heerser te worden van alle Franken
Slide 8 - Tekstslide
Na de dood van Clovis
Hofmeiers werden uiteindelijk machtiger dan de koning zelf
Namen krijgsheren in dienst om andere Germaanse stammen te verslaan
Karel de Grote werd de nieuwe machtigste koning
Slide 9 - Tekstslide
wat waren Hofmeiers?
A
een soort ridders van de koning
B
een soort ambtenaren van de koning
C
beheerders van de koninklijke landgoederen
D
raadgevers van de koning
Slide 10 - Quizvraag
Karel de Grote (768-814)
Machtigste van alle Frankische koningen. Door hem wordt de koningsfamilie ook wel de Karolingengenoemd.
Hij voerde veel oorlogen, veroverde veel gebieden. Hij vocht tegen de Longobarden (Noord-Italië), Saksen (Oost-NL) en moslims (Spanje).
Hij dwong mensen om christelijk te worden, zelfs met geweld, 'met het zwaard werd het geloof verspreid'.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Keizer Karel
Toen Paus Leo II moest vluchten uit Rome, kwam Karel als redder in nood naar Italië toe om hem te helpen.
Karel was tegen die tijd de heerser over een groot deel van Europa.
Doordat hij veel mensen verplicht christen maakte werd hij gezien als de "beschermer van de Kerk".
Paus Leo beloonde Karel door hem op Eerste Kerstdag van het jaar 800 tot Keizer te kronen. Voor het eerst sinds 476 was er een keizer in West-Europa.
Slide 13 - Tekstslide
Bestuur van het Rijk
omdat het Frankische rijk te groot is om alleen te besturen, werd het leenstelsel of feodale stelsel ingevoerd. Krijgsmannen kregen een stuk grond te leen in ruil voor een eed van trouw.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
De koning wordt ook wel de ...... genoemd
A
Leenman
B
Leenheer
C
Vazal
D
Krijgsman
Slide 17 - Quizvraag
de leenman kreeg van de leenheer een stuk grond te leen in ruil voor....
A
Trouw, de leenman moest meevechten tijdens oorlog
B
voedsel, de leenman moest voedsel verbouwen en afstaan
C
geld, de leenman moest de leenheer geld betalen
D
alle bovenstaande antwoordmogelijkheden
Slide 18 - Quizvraag
Hier staat Karel samen met een leenman, Het is een soort stripverhaal. Sleep jij de teksten naar de juiste plek?
Ik ben Karel
Ik ben een vazal
Dit is het leen
Ik zweer trouw
Slide 19 - Sleepvraag
4.3 Het Hofstelsel
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoel
aan het eind van deze les:
ken je de werking van het hofstelsel
ken je de verschillen tussen het leenstelsel en het hofstelsel
kun je deze verschillen beargumenteren
Slide 21 - Tekstslide
Na de oudheid
in de oudheid bestond er een agrarisch-urbane samenleving
na de val van het West-Romeinse rijk: stedelijk verval
terug naar agrarische samenleving
Slide 22 - Tekstslide
Leven op een Domein
omdat het in de vroege middeleeuwen vaak onveilig was en er vaak hongersnood was zochten boeren bescherming bij een heer. Zij gingen op een Domein leven. Een Domein was een landgoed van een heer met daaromheen landbouwgrond. Dit land werd bewerkt volgens het hofstelsel.
Slide 23 - Tekstslide
Het Hofstelsel
De landbouwgrond op een domein werd verdeeld in twee stukken: op het ene deel stond het kasteel van de heer met daaromheen akkers v/d heer. Op het andere deel lagen de akkers van de boeren die bij het domein hoorden. Een Domein was zelfvoorzienend.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Horigen
Het werk op het land werd gedaan door Horigen. Dit waren boeren met een akker op het Domein:
een deel van hun oogst moesten zij afstaan aan de heer
zij moesten meerdere dagen per jaar werken op de akker van de heer
Hiernaast moesten zij ook een aantal dagen per jaar herendiensten uitvoeren: het onderhouden van het gebouw of hout sprokkelen
Horigen waren geen slaven! Zij waren geen eigendom van de heer maar van het Domein
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Waarom verdween de agrarisch-urbane samenleving in de vroege middeleeuwen?
Slide 29 - Open vraag
Wat is een horige?
A
Iemand die goed kan luisteren
B
Een persoon die baas is over andere boeren
C
Een onvrije boer die werkt op een domein
D
Een vrije boer die alles zelf mag beslissen
Slide 30 - Quizvraag
Welke plicht had de heer t.o.v. de horigen?
A
Een gedeelte van de oogst afstaan
B
De horigen betalen voor hun werk
C
De horigen na 35 jaar hun vrijheid terug geven
D
De horigen bescherming geven
Slide 31 - Quizvraag
Welke plicht had de horige tegenover de leenheer?
Slide 32 - Open vraag
Pauze
5 minuutjes wat voor jezelf doen
timer
1:00
Slide 33 - Tekstslide
aan de slag
ga nu naar de Google classroom en open de opdracht feodale stelsel en hofstelsel. Vul het antwoordblad in en lever het weer terug in als je klaar bent. Na 10 minuten bespreken we de opdracht.
Tijd: 10 minuten
Hoe: Individueel
Klaar?: lever het in via Google classroom
Slide 34 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Ga nu aan de slag met de volgende opdrachten: 36,37,38,39, 42,43,47,48,51 van wb. blz 124