uitleg PO vitale capaciteit

1 / 29
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 11 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Start Praktisch onderzoek;
 VITALE CAPACITEIT!
  • Je gaat in tweetallen het verslag maken & inleveren.
  • Je krijgt geen cijfer, maar een onvoldoende/voldoende/goed.
  • Om het PO af te ronden moet je minimaal voor elk onderdeel een voldoende hebben. 
  • Iedereen in de klas moet zijn lichaamslengte meten en ook zijn vitale capaciteit, want deze resultaten moet je in je PO gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

uitleg PO vitale capaciteit
  1. Per tweetal meet je samen elkaars lichaamslengte met een meetlint op de muur.
  2. Daarna sta je klaar om met de spirometer je vitale capaciteit te meten.
  3. Noteer daarna in de spreadsheet je lichaamslengte MET daarbij je vitale capaciteit. 
  4. Ga intussen in duo´s aan de slag met je PO-verslag. 

Slide 4 - Tekstslide

In de spreadsheet noteer je 
je lichaamslengte MET je vitale capaciteit erbij!
Ben je niet aan het meten, ga dan in tweetallen aan de slag met het maken van de eerste delen van jullie PO:
  • Onderzoek 
  • Titelpagina 
  • Onderzoeksvraag (krijg je al cadeau)  
  • Hypothese
  • Benodigdheden
  • Werkplan / Werkwijze

Slide 5 - Tekstslide

Volgende les moet je per duo van jullie PO-verslag af hebben:

  • Onderzoek 
  • Titelpagina 
  • Onderzoeksvraag (krijg je al cadeau)  
  • Hypothese
  • Benodigdheden
  • Werkplan / Werkwijze
  • Resultaten;
TIPS:  zorg voor een juiste tabel & grafiek; teken de grafiek met potlood op ruitjespapier. LOOP JE VAST MET HET MAKEN: KOM NAAR EEN INVEST-UUR!!!!!

Slide 6 - Tekstslide

Thema 2;
Voeding en vertering

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 2.1
  • Ik kan de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

  • Ik kan 6 groepen voedingsstoffen nemen met hun functies en kenmerken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Er zijn vier functies van voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen; groei en herstel
  2. Brandstoffen; energie
  3. Reservestoffen; opslag
  4. Beschermende stoffen; zorgen dat je niet ziek wordt 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Zes groepen voedingsstoffen
Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.

Deze zijn allemaal te plaatsen in de verschillende groepen die we al behandeld hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Te verteren voedingsstoffen (te groot)
  • Koolhydraten
  • eiwitten
  • vetten
Kant en klare voedingsstoffen
  • Vitamines
  • Mineralen
  • Water

Slide 16 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen voor

Teveel aan eiwitten? 
  • Eiwit als brandstof 
  • Eiwit als reservestof (vet)
Cytoplasma (=celplasma)
Spieren

Slide 17 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. Suikers (glucose), zetmeel, voedingsvezels en glycogeen (opgeslagen glucose).

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof                                                      (wordt in je lijf opgeslagen als vet)

Slide 18 - Tekstslide

Water
Water is een bouwstof   EN    vervoer van stoffen. 
Het menselijk lichaam bestaat uit 60% water. 
Te veel? Plassen maar!

Slide 19 - Tekstslide

Mineralen 
Mineralen zijn bouwstoffen en dienen ook als beschermende stof. 

Mineralen worden ook wel zouten genoemd. 
  • Calcium (kalk)
  • Natrium
  • Magnesium
  • IJzer

Slide 20 - Tekstslide

Vitaminen/Vitamines
  • Het zijn bouwstoffen.
  • Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes.
  • Er zijn 13 verschillende vitamines bekend: vitamine A, de vitamines van het B-complex en vitamine C, D en K zijn de bekendste.
  • Te veel vitamines werken vergiftigend!
  • In Nederland bestaat niet echt een vitaminegebrek.
  • In gezond eten zitten alle vitamines  mooi verdeeld.

Slide 21 - Tekstslide

Vetten
Vetten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof en reservestof. 

(verzadigde en onverzadigde vetten) 

Slide 22 - Tekstslide

Voedingsvezels



- Je gebruikt voedingsvezels niet als voedingsstof, maar toch heb je ze nodig

- Stimuleert de darmen

- Voorkomt obstipatie ( verstopping)

- Zorgen voor een verzadigd gevoel

- in plantaardige voedingsmiddelen

- voedingsvezels worden zelf niet verteerd, dus je poept ze gewoon weer uit.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

in de les maken & zelf nakijken
Van THEMA 2
van basisstof 2.1 
opdrachten 1 t/m 3 + 5 t/m 9

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een indicator?

Slide 26 - Tekstslide

Een indicator is een stof waarmee je een ander stof kunt aantonen. 


Noem een voorbeeld van een indicator!

Slide 27 - Tekstslide

Maak nu online 
van thema 2:
 leren onderzoeken 1

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen 2.1
Ik kan de functies van 

Slide 29 - Tekstslide