5H 9.1 familietrekjes

1 / 22
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

9.1 familietrekjes
Bekijk de begrippen bij de voorkennis (inhoudsopgave hoofdstuk 9). Maak een begrippenlijst. We bespreken deze gezamenlijk.
timer
7:00

Slide 2 - Tekstslide

leerdoel 1
je kunt in een karyogram herkennen welk type chromosomen zichtbaar zijn, wat het geslacht is van het organisme en of er chromosomale afwijkingen zijn

chromosoom/ karyogram/ karyotype/ autosomale chromosomen/ geslachtschromosomen

Slide 3 - Tekstslide

chromosomenkaart
je krijgt 23 chromosomen van je vader (blauw), en 23 van je moeder (roze), samen 46 chromosomen

ieder paar noem je homologe chromosomen (gelijk qua type eigenschappen)

paar 1 t/m 22 = autosomale chromosomen
paar 23 = geslachtschromosomen

Slide 4 - Tekstslide

karyogram en karyotype
afbeelding = karyogram

karyotype is beschrijving:
46, XX (vrouw)
46, XY (man)
47, XX + 21 (vrouw met syndroom van Down)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

opdracht
Ga naar 9.1 en maak opgave 1 t/m 4
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

leerdoel 2
Je kent de definities van de verschillende onderdelen (gen/ genoom/ allel etc) en kunt het verschil aangeven tussen genotype en fenotype.

gen/ allel/ genoom/ genotype/ fenotype

Slide 10 - Tekstslide

binas 70A
chromosoom = DNA + steuneiwitten

DNA bevat info over erfelijke eigenschappen
gen = stukje DNA met info voor één eigenschap
genoom = alle genen samen

ieder gen komt dubbel voor (homologe chromosomen)





Slide 11 - Tekstslide

allelen
Een gen (eigenschap) kan in verschillende varianten voorkomen. Dit noem je allelen (één allel).

Eigenschap is bloemkleur. Allel voor paarse bloem en allel voor witte bloem. 

Locus = plaats gen op chromosoom

Lu

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

fenotype en genotype
Deze vrouw geeft twee x een allel voor de eigenschap haarkleur.

Zowel van vader als van moeder allel blond haar. Dit is haar genotype (allel blond + allel blond)
Haar fenotype is blond met regenboog (erfelijke eigenschappen + milieu)

Slide 14 - Tekstslide

leerdoel 3
Je kunt het verschil aangeven tussen erfelijke en aangeboren eigenschappen en uitleggen in hoeverre eigenschappen tot stand komen onder invloed van milieu of erfelijke eigenschappen. Je begrijpt en kunt uitleggen hoe tweelingonderzoek een bijdrage kan leveren aan onderzoek naar verschillende eigenschappen.

Slide 15 - Tekstslide

aangeboren en/of erfelijk

Een aangeboren eigenschap is niet hetzelfde als een erfelijke eigenschap. 
Voorbeeld: Doordat moeder Rode Hond kreeg tijdens de zwangerschap is de baby blind geboren. Blindheid is aangeboren en in dit geval niet erfelijk

Slide 16 - Tekstslide

opdracht
overleg met je groepje: Waarom is tweeling onderzoek zo interessant?

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk bron 4 van 9.1.
Juist of onjuist: Intelligentie wordt alleen door je genotype bepaald.

A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk bron 4 van 9.1.
Is schisis een erfelijke eigenschap?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

9.1

Slide 20 - Woordweb

aan de slag
  1. maken + nakijken 9.1
  2. lezen 9.2
  3. voorkennistoets nectar online

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video