16 oktober

Welcome to English class!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welcome to English class!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What are we going to do today?
- Present simple


At the end of the lesson....
you know what the present simple is and how you can use it

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
WW (verb) veranderd:
To cycle:

ik fiets
jij loopt
hij eet
zij bevriest
het draagt
I cycle
you walk
he eatS
she freezES
it carrIES

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
we praten
jullie schrijven
zij studeren

we talk
you write
they study

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SHIT
She
He
IT
bij He/She/IT 

werkwoord
werkwoord eindigend op S-klank
werkwoord eindigend op medeklinker Y
-S
-ES
-IES

Slide 6 - Tekstslide

starts
runs
walks

washes
finishes
freezes


-y -S of -IES?
Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y
carry
study
hurry
cry
carrIES
studIES
hurrIES
crIES
Als een werkwoord eindigt op een klinker -y
play
buy
playS
buyS

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eat
A
s
B
es
C
ies

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drink
A
s
B
es
C
ies

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

jump
A
s
B
es
C
ies

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fly
A
s
B
es
C
ies

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

search
A
s
B
es
C
ies

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

run
A
s
B
es
C
ies

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

cry
A
s
B
es
C
ies

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

dance
A
s
B
es
C
ies

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zet het werkwoord in de present simple!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(to walk) present simple
He ....... in the park.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(to dance) present simple
I ..... at the party.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(to watch) present simple
We ..... a nice film.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Work on the worksheet
timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s/es/ies (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:
Welke zin staat niet in de present simple?
A
Dogs wag their tail when they are excited.
B
Sarah usually runs to school.
C
Cats tend to scratch things.
D
Jeffrey has been cycling for hours.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:
Pick the example of the present simple.
A
I was walking in the park.
B
I walked in the park.
C
I walk every day.
D
I am walking there.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Bij feiten, gewoontes en dingen die regelmatig gebeuren.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer je het hebt over iets wat je wilt gaan doen.
D
Als je verteld over iets wat je is overkomen.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:

The dog ... its tail.
A
wags
B
wag

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:

He always ... to do the right thing
A
trys
B
try
C
tries
D
trie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:

I can ... very fast.
A
run
B
ran
C
running
D
runs

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:

My nephew ... in the UK.
A
livs
B
lives
C
live
D
living

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Ik snap de present simple en de SHIT-regel helemaal
Ik wil graag nog meer oefenen met de present simple en de SHIT-regel

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies