Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Hoofdletters (2B)
HOOFDLETTERS
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
HOOFDLETTERS
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
-Je weet wanneer je hoofdletters moet gebruiken.
-Je weet bij welke woorden je geen hoofdletters gebruikt.
-Je kunt de regels voor hoofdletters goed toepassen als je zelf schrijft.
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdletters
Wanneer gebruik je hoofdletters en wanneer niet?
Eerst een paar vragen om er weer in te komen!
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci
Slide 4 - Quizvraag
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau
Slide 5 - Quizvraag
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December
Slide 6 - Quizvraag
Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland
Slide 7 - Quizvraag
Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen
Slide 8 - Quizvraag
Wat moet altijd met een hoofdletter?
A
werkwoorden en namen
B
werkwoorden en zelfstandige naamwoorden
C
namen van mensen/dieren
D
aan het eind van de zin
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen
C
namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken
D
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid
Slide 10 - Quizvraag
Een uitlegfilmpje
Slide 11 - Tekstslide
Hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter aan het
begin van een zin.
Je schrijft
namen
altijd met een hoofdletter.
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdletters
-Elke zin begint met een hoofdletter.
I
k ga met Sophie naar Parijs.
Slide 13 - Tekstslide
Hoofdletter bij namen van organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
A
pple
V
erenigde
N
aties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend van de regel, je neemt dit dan over.
i
P
hone
Slide 14 - Tekstslide
Hoofdletter - feestdagen
Namen van f
eestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen
krijgen een hoofdletter.
Kerstmis
Hemelvaartsdag
Vaderdag
Suikerfeest
Slide 15 - Tekstslide
Geen hoofdletters
Let op: Namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken krijgen
GEEN
hoofdletter.
dinsdag
februari
lente
noordoosten
Slide 16 - Tekstslide
Aardrijkskundige namen
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Eindhoven
Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
De Franse Fransman spreekt Frans
Limburgs dialect
Slide 17 - Tekstslide
Hoofdletters
Aan het begin van een zin
Morgen proberen we het nog een keer!
De docent vroeg: 'Wie wil het als eerste proberen?'
Voor
eigennamen
van:
* personen
* merken
* straten
Dennis, meneer Smit, Salinero
Nike, Coca Cola
de Kalverstraat
Voor
aardrijkskundige
namen van:
* werelddelen, landen en steden
* bergen, zeeën, rivieren, streken
* talen
Europa, Europese, Engeland, Engelse, Utrecht
Alpen, Noordzee, Maas, Twente
het Afrikaans, een Franse zin
Voor feestdagen
Kerstmis, Koningsdag, Hemelvaart, Suikerfeest
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
meneer Jansen
B
Meneer Jansen
C
meneer jansen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot
Slide 21 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Noord-Brabant
B
noord-brabant
C
Noord-brabant
D
noord-Brabant
Slide 22 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Italiaanse pizza
B
italiaanse pizza
C
Italianse pizza
D
Italiaanse Pizza
Slide 23 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan
C
AMSTELLAAN
D
Amstel Laan
Slide 24 - Quizvraag
De plaatsnaam zet je in
A
kleine letters
B
hoofdletters
C
alleen eerste letter hoofdletter
Slide 25 - Quizvraag
Hoe schrijf je de naam van de maand?
A
Eerste letter met een hoofdletter
B
Helemaal in kleine letters
C
Eerste en laatste letter met een hoofdletter
D
Helemaal in hoofdletters
Slide 26 - Quizvraag
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?
A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.
Slide 27 - Quizvraag
Waar staan de leestekens goed?
A
Hallo pap, je bent op vakantie.
B
Hallo pap, je bent op vakantie
C
Hallo pap: je bent op vakantie hoor.
D
Hallo pap je bent op vakantie
Slide 28 - Quizvraag
Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw De Boer
B
mevrouw De Boer
C
mevrouw de boer
Slide 29 - Quizvraag
Zijn er nog vragen?
Slide 30 - Tekstslide
Maak blz. 191 opdracht 15
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Hoofdletters (2B)
23 dagen geleden
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
brugklasplan herhaling hoofdletters
Oktober 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
hoofdletters 1kgt spelling paragraaf 1
Juni 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Hoofdletters (2B)
September 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Periode 2 Spelling, grammatica en thema Mysterie
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Punctuation
November 2023
- Les met
39 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
25-3 Hoofdletters
Oktober 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Hoofdletters
December 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1