Opdracht onregelmatige en Engelse werkwoorden

Opdracht bij 29 Onregelmatige en Engelse werkwoorden

De opdracht begint met een aantal theorievragen. Na iedere theorievraag vind je gelijk de bijbehorende uitleg. Na de theorievragen komen de vragen waarbij je steeds de juiste vorm van het werkwoord moet invullen. De zin staat in de tegenwoordige tijd, tenzij duidelijk uit de zin blijkt dat het om de verleden tijd gaat. 

Veel succes!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Opdracht bij 29 Onregelmatige en Engelse werkwoorden

De opdracht begint met een aantal theorievragen. Na iedere theorievraag vind je gelijk de bijbehorende uitleg. Na de theorievragen komen de vragen waarbij je steeds de juiste vorm van het werkwoord moet invullen. De zin staat in de tegenwoordige tijd, tenzij duidelijk uit de zin blijkt dat het om de verleden tijd gaat. 

Veel succes!

Slide 1 - Tekstslide

Waar of niet? Bij onregelmatige werkwoorden schrijf je alleen de persoonsvorm NIET volgens de normale regels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Onregelmatige werkwoorden
Bij onregelmatige werkwoorden worden de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels geschreven. 

Zie bijvoorbeeld het onregelmatige werkwoord zijn. 
PV: Ik ben aardig.  
VD: Ik ben geweest.

Slide 3 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Wou en wouden zijn correcte vormen van de persoonsvorm verleden tijd van willen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Het werkwoord zullen heeft GEEN voltooid deelwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Bij de meeste Engelse werkwoorden haal je voor de stam -en van het werkwoord af. De stam van bijvoorbeeld downloaden is download. 

Bij Engelse werkwoorden die in het Engels eindigen op -e of een dubbele medeklinker moet je opletten, want daarbij blijft de -e of dubbele medeklinker in de stam staan. Het werkwoord liken is in het Engels 'to like' waardoor je bij de stam in het Nederlands  de -e moet laten staan. De stam is dus like en niet lik. 

Slide 6 - Tekstslide

Waar of niet waar?

De stam van het Engelse werkwoord 'liken' is 'lik'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Botulinetoxine is een eiwit dat de structuur van zenuwcellen (kunnen) veranderen.

Slide 8 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Tegenstanders van de president (zijn) gisteren fel gekant tegen zijn aangekondigde plannen.

Slide 9 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Er zouden al langer geruchten zijn (zijn) over zijn wangedracht.

Slide 10 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Vroeger (mogen) wij altijd op straat spelen, maar daarvoor is het nu te druk.

Slide 11 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Ik (kunnen, v.t.) me niet aan de indruk onttrekken dat hij iets te verbergen had.

Slide 12 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Iedereen weet dat jij (kunnen) tafelvoetballen als geen ander.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

De Tweede Kamerleden hebben ruim de tijd (hebben) om zich in het wetsvoorstel te verdiepen.

Slide 14 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

De 33-jarige baanrenner (zullen) volgende week proberen zijn eigen wereldduurrecord te verbeteren.

Slide 15 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

De verdachten (zullen) vorig jaar vele tonnen hebben witgewassen in opdracht van drugsbazen.

Slide 16 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat. Let goed op of het onderwerp van deze zin, de pers, enkelvoud of meervoud is.

De pers (zijn) in grote getale aanwezig op de bijeenkomst.


Slide 17 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

De vereniging (willen) een verbod op de verkoop van dieren in tuincentra en bouwmarkten.


Slide 18 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Niet alleen op internet worden banken aangevallen. Vorig jaar (skimmen) criminele bendes vele miljoenen euro's bij elkaar.

Slide 19 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Skydiven lijkt me helemaal niets, terwijl ik al best vaak heb (bungeejumpen).

Slide 20 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Vorig jaar (crossfitten) jij vaak toch? Nu zie ik je het nooit meer doen.

Slide 21 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Een goede coach (supervisen) zijn team iedere dag weer en geeft iedereen nuttige feedback.

Slide 22 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Ik weet niet meer waar ik het (downloaden) Word-bestand opgeslagen heb.

Slide 23 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Aya (designen) de poster voor de schoolmusical.

Slide 24 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

De meisjes (duckfacen) gisteren de hele tijd voor hun selfies.

Slide 25 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Tijdens onze citytrip hebben we veel (sightseeën).

Slide 26 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Mijn laptop (upgraden) automatisch op de meest vervelende momenten.

Slide 27 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

(Gamen) je iedere dag?

Slide 28 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Haar compliment (boosten) vanmorgen mijn zelfvertrouwen.

Slide 29 - Open vraag