Sparen houd in dat je geld bewaart. Er zijn verschillende redenen om te sparen -Een spaardoel (iets wat je wil kopen) -Geldreserve (geld overhouden voor onverwachte uitgaven) -Interest: van je geld meer geld maken
Slide 5 - Tekstslide
Welke reden om te sparen past het beste bij jongeren?
A
Spaardoel
B
Onverwachtse uitgaven
C
Rente
D
Interest
Slide 6 - Quizvraag
Rente
Als jij spaargeld op de bank zet wordt daar Rente over betaald. De bank werkt met Rentepercentages
Voorbeeld Over spaarrekeningen tot 100.000 euro betaald de ING bank 0,01 % rente per jaar
Slide 7 - Tekstslide
Rente berekenen
Totaalbedrag : 100 x rentepercentage
Voorbeeld: Kees heeft €1800 op zijn spaarrekening staan. De bank betaalt 1,2% rente
1800: 100 = 18
18x 1,2 = 21,6 Kees krijgt €21,6 aan rente
Slide 8 - Tekstslide
Over een spaarrekening met €3500,- wordt 1,3% rente betaald. Bereken de rente
A
€35,00
B
€45,50
C
€47,50
D
52,40
Slide 9 - Quizvraag
Spaarvormen
Bonusrente: hogere rente als je voor langere tijd geen geld opneemt
Spaarvorm
Rente %
kenmerken
Internet sparen
1,4%
Vrij opneembaar
Internet- jaar spaarrekening
2,1 %
Een jaar niet opneembaar
bonussparen
1,3%
0,2% extra rente al je spaarbedrag een kwartaal niet daalt
Slide 10 - Tekstslide
Extra: Waarom bewaakt de bank jouw geld?
Spaargeld = rente ontvangen
Lening = rente betalen
Slide 11 - Tekstslide
De rente die je betaald voor een lening is altijd hoger dan de rente die je ontvang op een