H2 Brugklas 1 hv 2024 dictée F 6 februari

Chapitre 2
Miam miam!

C'est mardi le 6  février
Aujourd'hui.................
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 2
Miam miam!

C'est mardi le 6  février
Aujourd'hui.................

Slide 1 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Dictée F
* H
* De ontkenning
* Les nombres: 1 t/m 100  (zie ook blz. 172)


Repetitie hoofdstuk 2 is gepland: dinsdag 13 februari





Slide 2 - Tekstslide

Prends ton stylo!
Dictée voc. F

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de "dictées"
1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.
2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.
3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.
4. De uitspraak wordt geoefend.
5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.
6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.

Slide 4 - Tekstslide

Dictée
* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal
* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal

Slide 5 - Tekstslide

Dictée chapitre 2: Vocabulaire F
1. L'enfant.
2. Le rendez-vous.
3. Toujours.
4. Ça coute combien?
5. C'est là-bas
Getal:  huit et seize

Slide 6 - Tekstslide

Dictée chapitre 2: Vocabulaire F
6. Kopen.                
7. De winkel
8. Nieuw (allebij opschrijven)
9. Ik heb honger
10. Heeft u een stokbrood
Getallen: veertig, vijftig en zestig

Slide 7 - Tekstslide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 8 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Dictée F
* F
* Les nombres: 1 t/m 100  (zie ook blz. 172)
* Ontkenning


Repetitie hoofdstuk 2 is gepland: dinsdag 13 februari





Slide 9 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui? 
Il fait beau                 Il fait mauvais
Il fait chaud               Il fait froid   
Il fait du soleil            Il pleut    
Il neige                           
Il fait du vent             Il est nuageux 

Slide 10 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui? 
Il y a du brouillard       Il gèle   et   il dégèle

        

Il a y de l'orage                 

Slide 11 - Tekstslide

Chapitre 2
Les sujets de chapitre 2: 
Les magasins: le supermarché, la boulangerie, la boucherie, la pharmacie et la poissonnerie.  J'ai soif et j'ai faim.
Regarder: les jeunes détectives: Arthur, Thomas, Julie et Manon
Lire: Qu'est-ce que tu as dans ton sac?

Les buts:
De ontkenning:niet/geen  ik eet geen pizza  je ne mange pas de pizza

Slide 12 - Tekstslide

Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page 88 H grammaire
 
Faire: 
Exercices: 31 c dan a
                  32 a b c
                  33
                  
                  
                            







Slide 13 - Tekstslide

De ontkenning
La négation

Slide 14 - Tekstslide

In welke zin staat een ontkenning:
A
Ik hou niet van sporten.
B
Ik fiets nooit hard.
C
Ik weet het niet.
D
Ik heb geen boeken bij me.

Slide 15 - Quizvraag

De ontkenning
Je hebt nu ontdekt dat wij in het Nederlands op vele manieren een ontkenning in een zin gebruiken met de woorden:                               

                             niet          geen           nooit


Slide 16 - Tekstslide

De ontkenning
In het Frans gebruik je twee woorden voor de ontkenning.
Dus de woordjes "niet "of "geen" worden:  ne ... pas (of n'.... pas)

Jij werkt niet.                       =  Tu ne travailles pas
Mila is niet dol op chocola   =  Mila n'adore pas le chocolat.

Slide 17 - Tekstslide

De ontkenning
De woordjes ne ... pas (n'... pas) zet je meestal links en rechts van het vervoegde werkwoord in een zin. Het vervoegde werkwoord is dan de persoonsvorm. Je kunt er een koptelefoontje van maken. 

Jij werkt niet.                        =   Tu      ne   travailles  pas.
Mila is niet dol op chocola    =   Mila   n'    adore       pas  le chocolat.

Slide 18 - Tekstslide

De ontkenning
Het woordje "pas" in de ontkenning kun je vervangen door andere woorden die een ontkenning uitdrukken:  
ne...... plus 
ne .....  jamais 
ne.... rien

Jij werkt nooit.                               =   Tu      ne travailles  jamais.
Mila is niet meer dol op chocola    =   Mila   n'   adore      plus le chocolat.

Slide 19 - Tekstslide

Vertaal in het Frans:
Ik zoek de pizza

Slide 20 - Open vraag

Vertaal in het Frans:
Ik zoek geen pizza.

Slide 21 - Open vraag

Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page 88 H grammaire
 
Faire: 
Exercices: 31 c dan a
                  32 a b c
                  33
                  
                  
                            







Slide 22 - Tekstslide

Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page 82 en 83 Lire F
 
Faire: Exercices: 25 c d  
                            
Eerst nog even de getallen bekijken blz. 94 en 172






Slide 23 - Tekstslide

Les nombres
Eerst blz. 94
Dan blz. 172

Slide 24 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 25 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 26 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "intro" op blz. 6: opdracht 1b,2 en 3
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Overleg in tweetallen
Tijd     :  10 minuten
Klaar  :  Starten met leren Apprendre 1: 
              Schrijf de woordjes voluit achterin je schrift. 

Slide 27 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 28 - Tekstslide

Les devoirs
Leren vocabulaire A: blz. 39                   Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 29 - Tekstslide

Ben je klaar! 
Wij gaan zo weer een bingo spelen.
Maak een kader van 9 vakjes.
Zet er random 9 woordjes en zinnetjes in van:
apprendre 4 en apprendre 7 (zin 5 t/m 8) 

Slide 30 - Tekstslide

Bingo

Slide 31 - Tekstslide