§2.1 Naar een ander soort leven deel 1

startopdracht
  • Open je aantekeningenschrift
  • Werk stil en voor jezelf
  • In de vorige lessen hebben we het over de Industriële revolutie gehad. Het woord revolutie, betekent verandering.
  • Neem de vraag over in je schrift en beantwoord hem:
  • "Wat veranderde er allemaal voor de mensen tijdens de industriële revolutie?" 
  •  Tip: denk aan het werk dat mensen deden, de plekken waar ze woonden enzovoorts. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

startopdracht
  • Open je aantekeningenschrift
  • Werk stil en voor jezelf
  • In de vorige lessen hebben we het over de Industriële revolutie gehad. Het woord revolutie, betekent verandering.
  • Neem de vraag over in je schrift en beantwoord hem:
  • "Wat veranderde er allemaal voor de mensen tijdens de industriële revolutie?" 
  •  Tip: denk aan het werk dat mensen deden, de plekken waar ze woonden enzovoorts. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.1 Naar een ander soort leven deel 1

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
Aan het eind van deze les kan je
  1. Vertellen wie de eerste koning was
  2. Uitleggen hoe Nederland vanaf 1815 bestuurd werd.
  3. Het verschil tussen conservatief en liberaal uitleggen 
  4. De veranderingen in de grondwet van 1848 benoemen

Slide 3 - Tekstslide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • Napoleon verslagen bij Waterloo!
  • 1815 Nederland werd een koninkrijk
  • koning Willem I

  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg.

  • Een grondwet! We werden een constitutionele monarchie.

Slide 4 - Tekstslide

Constitutionele monarchie
Nederland land met een grondwet
Constitutionele monarchie 
Koning leider van de regering regeerde samen met de ministers

Naast de ministers was er een parlement met Eerste Kamer en Tweede Kamer

Slide 5 - Tekstslide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen. Macht bij de koning.
  • Liberalen: Rijke ondernemers wilden meer inspraak. Vrijheid in de politiek.

  • Koning Willem 1 en 2 regeren als absolute vorst.

  • Moet niets weten van democratie.

Slide 6 - Tekstslide


Revolutiejaar 
1848



  • In 1830 werd België onafhankelijk van Nederland
  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 7 - Tekstslide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
Mensen komen in opstand

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt in 1848 nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar
  2. Ministers zijn verantwoordelijk

Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
K2Z: blz. 50-55 opdr 2 t/m 8 + 10 & 11
B2Z: blz. 46-50 opdr 2 t/m 9
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide