Group class A2 - Les 8 - 11 april 2022
1 / 34
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Translate: Thank you!
A
Dankjewel!
B
Bedankt!
C
Dankje
D
Gedankt!
Slide 2 - Quizvraag
How do you say when you were born?
Slide 3 - Open vraag
How do you say 'Happy birthday' in dutch?
Slide 4 - Open vraag
How do you say 'I have a job'.
Slide 5 - Open vraag
Use the verb 'zullen'.
Shall we order?
Shall we order?
Slide 6 - Open vraag
Give a reaction: Zullen we zaterdag afspreken?
Slide 7 - Open vraag
Give a reaction: Mijn fiets is kapot.
Slide 8 - Open vraag
Fill in: ik voel .... niet zo lekker.
Slide 9 - Open vraag
Fill in: Wij bereiden ... voor op de vakantie.
Slide 10 - Open vraag
Fill in: Je vergist ... niet.
Slide 11 - Open vraag
Which separable verbs (scheidbare werkwoorden) do you know in dutch?
Slide 12 - Woordweb
Gebruik de goede vorm van het werkwoord: Ik de straat (oversteken)
Slide 13 - Open vraag
We op het station (aankomen).
Slide 14 - Open vraag
Waar we morgen (afspreken)?
Slide 15 - Open vraag
je een trui (meenemen)?
Slide 16 - Open vraag
Jullie hier de trap (afgaan).
Slide 17 - Open vraag
Which one is better?
de leuk / leuke bril
de leuk / leuke bril
A
leuk
B
leuke
Slide 18 - Quizvraag
Which one is better?
het goed / goede idee
het goed / goede idee
A
goed
B
goede
Slide 19 - Quizvraag
Which one is better?
een leuk / leuke bril
een leuk / leuke bril
A
leuk
B
leuke
Slide 20 - Quizvraag
Which one is better?
een goed / goede idee
een goed / goede idee
A
goed
B
goede
Slide 21 - Quizvraag
How do you ask for a small bag?
Slide 22 - Open vraag
Wat is a starter in dutch?
A
de starter
B
het voorgerecht
C
het entree
D
het nagerecht
Slide 23 - Quizvraag
Wat is a main dish in dutch?
A
het voorgerecht
B
het nagerecht
C
het hoofdgerecht
D
het basisgerecht
Slide 24 - Quizvraag
What is a dessert in dutch?
A
het nagerecht
B
het aftergerecht
C
het dessert
D
het toetje
Slide 25 - Quizvraag
How do you say: I'm hungry
Slide 26 - Open vraag
How do you say: I'm thirsty
Slide 27 - Open vraag
Which colors do you know in dutch?
Slide 28 - Woordweb
Which clothes do you know in dutch?
Slide 29 - Woordweb
Which is better?
Roos is mooi / mooier dan blauw.
Roos is mooi / mooier dan blauw.
A
mooi
B
mooier
Slide 30 - Quizvraag
Which is better?
Ik ben beter / het best in Engels dan Nederlands.
Ik ben beter / het best in Engels dan Nederlands.
A
beter
B
het best
Slide 31 - Quizvraag
Which one is better?
Ik vind cappucino het lekkerder / het lekkerst!
Ik vind cappucino het lekkerder / het lekkerst!
A
het lekkerder
B
het lekkerst
Slide 32 - Quizvraag
hoog
lekker
goed
mooi
lang
zonder
samen
laag
vies
slecht
lelijk
kort
met
alleen
Slide 33 - Sleepvraag
This all what you have learned in 8 weeks!
Cool!
I want to learn more!
